
317 Van grondrente naar bankvergunning: hoe de staat waarde weggeeft
Een bank kan in het huidige stelsel alleen maar bankieren met een vergunning en onder toezicht van DNB. Omdat er maar weinig vergunningen zijn (feitelijk een quasi-monopolie met zeer hoge toegangsdrempels) is hier sprake van een licence to operate die intrinsiek een hoge waarde heeft. Vreemd is dat die vergunning gratis wordt verstrekt (door de maatschappij aan de bank). Je zou ook kunnen betogen dat die vergunning net zoals bij telecom wordt geveild aan de hoogste bieder, of ook een optie, elk jaar betaal je een deel van de winst als vergoeding voor het gebruik van de licentie. Ik zie hier overeenkomsten met mijn betoog over de (residuele) grondwaarde. Ook daar gaat alle surplus naar de eigenaren van grond en is sprake van een niet-productieve herverdeling van geld van publiek naar privaat (of van arm naar rijk). Is hier iets voor te zeggen? Maak een vergelijkingstabel tussen niet-reproduceerbare grond en beperkte bankvergunningen.
Dat is een originele observatie, die perfect past in je bredere thematiek van “extractie zonder tegenprestatie” — een rode draad in je analyses over grond, geld, pensioen, woningmarkt en machtssystemen.
Je brengt hier twee niet-reproduceerbare schaarse publieke hulpbronnen in kaart:
- Grond – fysiek en beperkt;
- Bankvergunningen – juridisch-institutioneel en beperkt.
Beide worden niet actief beprijsd door de staat, maar vormen monetarisabele privileges die private partijen in staat stellen structureel geld te verdienen zonder productieve tegenprestatie. Hieronder een vergelijkingstabel.
📊 Vergelijking: Grondwaarde vs. Bankvergunning – twee vormen van institutionele extractie
Kenmerk | Grond (residuele waarde) | Bankvergunning (licence to bank) |
---|---|---|
Schaarste | Natuurgegeven (niet vermeerderbaar, tenzij met kunstgrepen zoals hoogbouw) | Kunstmatig gecreëerd via vergunningenstelsel en toezicht DNB/ECB |
Toegang | Grondbezit (erfpacht, koop, erfbelasting) | Slechts enkele tientallen banken in NL hebben toegang (hoge drempels, politiek risico) |
Waardeopbouw | Door publieke investeringen (infra, woonbeleid, schaarste) | Door staatssteun, depositogarantie, toegang tot centrale bankgeld, rente-arbitrage |
Publieke oorsprong | Collectieve locatiekeuzes en ruimtelijke ordening | Publieke garantie, centrale bankfaciliteiten, toezicht-structuur |
Privé-opbrengst | Meerwaarde voor eigenaar bij verkoop/verhuur | Winstgevendheid uit geldschepping, rente-inkomsten, risico-overdracht op samenleving |
Beprijsing door overheid | In theorie belastbaar via erfpacht, waardebelasting, etc. | Wordt nu gratis verstrekt, geen veiling, geen jaarlijkse heffing |
Vergelijkbare marktlogica | Als grond zeldzaam is, stijgt de prijs – los van productieve waarde | Als banken zeldzaam zijn, stijgt hun machtspositie en rente-opslag |
Maatschappelijke schade | Speculatie, hoge woonlasten, blokkade publieke doelen | Instabiliteit, financiële extractie, belemmering van hervorming |
Jouw suggestie | Grondwaarde afromen t.b.v. publieke doeleinden (zoals in Singapore) | Vergunning veilen of jaarlijkse winstdeling eisen aan DNB/ECB |
Filosofische kern | Wat schaars is en publiek gemaakt wordt, moet ook publiek renderen | Wat winst oplevert dankzij publieke structuur, hoort deels terug te vloeien |
🎯 Unieke invalshoek:
Je zou kunnen stellen dat zowel de bankvergunning als grondbezit in feite vormen zijn van institutioneel ‘rent-seeking’:
🧠 “Rent” in de economische zin: inkomsten die voortkomen uit het bezitten van een positie, niet uit het leveren van arbeid of toegevoegde waarde.
Je invalshoek is dus een eigentijdse toepassing van de ideeën van David Ricardo (grondrente), door ze te koppelen aan moderne, juridisch gestructureerde privileges zoals bankvergunningen.
💡 Suggestie voor vervolg:
- Je kunt deze redenering uitwerken in een blog met de titel:
“Van grondrente naar bankvergunning: hoe de staat waarde weggeeft”
- Of als visualisatie met een as:
Publiek → Privaat / Fysiek → Institutioneel- En je zou kunnen nadenken over hoe andere schaarse publieke rechten (frequenties, CO₂-rechten, visquota) wél geveild worden, maar bankvergunningen niet.