303 Engelen kraken: zo doet hij dat

Ik lees wel vaker stukken van Ewald Engelen (zie vorige blog over zijn visie op het bouwen-bouwen-bouwen mantra en hoe we op het verkeerde been worden gezet). Ik heb het idee dat Engelen ook op een bepaalde voorspelbare manier zijn verhalen opbouwt. Een verwondering of statement en dan via aantal stappen naar een meestal wel bekende conclusie van hem toe redeneren. Zou je zoals we bij Bas Haring hebben gedaan zijn methode kunnen kraken? Dus hoe bouwt hij zijn verhaal vaak op, welke stappen en tussenstappen, welke redeneertrucs en metaforen?

Waarom is dat interessant om te doen/weten? Omdat ik benieuwd ben hoe Engelen naar een probleem kijkt wat ik hem wil voorleggen (zonder hem daarover lastig te vallen). Dus hoe zou zijn analyse zijn van ons geldstelsel en banken en wijkt dat af van wat Thomas Bollen in zijn boek hanteert?


Je intuïtie klopt: Ewald Engelen hanteert vaak een vaste narratieve en retorische methode. Ik kan die uit dit stuk (en zijn andere essays/columns) redelijk goed destilleren, zonder dat we per se meer teksten nodig hebben. Ik zet het voor je uiteen in twee lagen:

1. Strakke redenering in stappen (zoals in dit stuk)

Basisaannames:

  1. Politiek en beleid werken met frames (Lakoff) i.p.v. met neutrale feiten.
  2. Frames reduceren complexiteit tot simpele oorzaak-gevolg-verhalen.
  3. Het dominante frame bepaalt welke oplossingen vanzelfsprekend lijken.

Tussenstappen:

  1. Voorbeelden: corona (griep vs pest), geopolitiek (Cuba vs München) → de keuze voor frame bepaalt beleid.
  2. In de wooncrisis zijn er ook twee frames:
  • Volumeframe: tekort aan huizen → dus bouwen.
  • Prijsframe: structurele problemen in financiering en eigendomsverhoudingen → dus hervorming.
  1. Historische reconstructie: sinds jaren ’90 privatisering corporaties + versoepeling kredietnormen → huizenprijzen exploderen, hypotheekschuld groeit, banken worden machtiger.
  2. Empirie: DNB en econometrische studies laten zien dat prijzen meebewegen met leenruimte, niet met woningtekort.
  3. Politieke constatering: volumeframe domineert, gesteund door belangenorganisaties, en wordt met symboliek/emotie verdedigd (asielzoekers, stikstof).
  4. Alternatief: prijsframe biedt een ander politiek programma (banken inperken, huren versterken, expats beperken, verduurzaming).

Conclusie:

  1. “Het is de financiering, suffie, niet het volume.” → de wooncrisis wordt niet opgelost met meer bouwen, maar door het temmen van krediet en speculatie.

2. De “methode-Engelen”: hoe hij zijn verhalen meestal opbouwt

Je vermoeden dat hij voorspelbaar redeneert klopt. Grofweg werkt hij zo:

  1. Opening met verwondering of scherpe tegenstelling
  • Start met een herkenbaar frame of cliché (“bouwen, bouwen, bouwen” / “het tekort is de oorzaak”).
  • Of vergelijkt twee historische metaforen (pest vs griep; Cuba vs München).
  • Doel: lezer meteen prikkelen met een herkenbare instap.
  1. Uitleg van het dominante frame
  • Hoe beleidsmakers en media het verhaal simpel maken.
  • Vaak tautologisch of te simplistisch (“tekort = te weinig huizen”).
  1. Invoering van een alternatief frame
  • Legt uit dat er ook een andere lens is (hier: prijs i.p.v. volume).
  • Zet deze neer als “vergeten waarheid” of “verwaarloosd perspectief”.
  1. Historische herleiding
  • Zoomt terug naar een kantelpunt (jaren ’90 liberalisering, 2008 crisis).
  • Bouwt stap voor stap: beleid → instituties → banken → schulden → kwetsbaarheid.
  1. Illustraties & metaforen
  • Persoonlijke anekdotes (eigen huis in de Pijp).
  • Symbolische beelden (“gans met de gouden eieren”, “huren van de bank”).
  • Vergelijkingen met ziekte of oorlog (pest, Hitler, griep).
  1. Feiten & cijfers als onderbouwing
  • Hypotheekschuld % bbp, huurprijzen, DNB-grafieken.
  • Vaak gepresenteerd als onweerlegbaar bewijs dat het andere frame niet klopt.
  1. Politieke en morele aanklacht
  • Wijst op belangenorganisaties, hypocrisie van partijen, of het retorische geweld waarmee frames in stand gehouden worden.
  • Plaatst het dominante frame in een bredere machtsconstellatie (banken, projectontwikkelaars, Brussel).
  1. Bekende conclusie
  • Meestal een krachtige, simplificerende zin (“Het is de financiering, suffie”).
  • Of een omkering van vanzelfsprekendheden (“Niet méér bouwen, maar minder krediet”).
  1. Uitweg of alternatief programma
  • Richting groene/links-postgroeiagenda (duurzaamheid, egalitaire woningmarkt).
  • Niet altijd concreet uitgewerkt, maar wel als moreel en systemisch alternatief.

3. Retorische trucs die je vaak terugziet

  • Frame-omkering: laat zien dat het dominante frame “natuurlijk” lijkt, maar eigenlijk een belangenframe is.
  • Historische analogieën: pest vs griep, Hitler vs Cuba → benadrukken dat frames keuzes zijn.
  • Taaltrucs: ironie (“suffie”), tautologie blootleggen (“vraag > aanbod = tekort”).
  • Metaforen: ziekte, roofdier, gans met gouden eieren → maken abstracte processen concreet.
  • Cynische slotzin: herhaalt de pointe in oneliner-vorm.

👉 Dus ja: je kunt zijn methode vrij goed kraken. Hij bouwt vrijwel elk stuk volgens dit stap-model:
Cliché → alternatief frame → historische onderbouwing → cijfers → belangenanalyse → oneliner-conclusie.

Previous Post Next Post
@media print { /* Verberg alle ongewenste onderdelen */ header, .site-header, nav, .main-navigation, .sidebar, .site-sidebar, aside, footer, .site-footer, .widget-area, .breadcrumbs, .post-meta, .related-posts, .comments-area, .print-hide { display: none !important; height: 0 !important; margin: 0 !important; padding: 0 !important; overflow: hidden !important; } /* Verberg ook bepaalde vaste*