
285 Ambtenaren met een eigen mening?
De stelling in onderstaand artikel van gisteren is dat Timmermans eigenlijk geen campagne hoeft te voeren omdat de ambtenaren als vanzelf al doen en uitvoeren waar hij en zijn partij voor staat. Bij veel andere partijen is het ondanks een verkiezingsoverwinning juist werken tegen deze ‘instellingen’ in. Mijn vraag daarbij is wat het belang is van ambtenaren en kennis-instellingen als PBL om links te zijn? Links als in: ik vind dat er mensen in dit land zijn die het moeilijk hebben, ik wil dat de lonen van praktisch geschoolden omhoog gaan, dat wijzelf mooi verantwoordelijk werk hebben en dat daar best wat vanaf mag, bovendien hebben we al veel te veel doctorandussen die te veel rapporten schrijven. Eigenlijk wat de sobere nobelprijswinnende econoom Jan Tinbergen voorstond (en zelf gaf hij ook leiding aan zo’n instelling CPB). Dergelijke geluiden hoor je ook over onze NPO, ook een instituut. Ik hoor zelf ook bij die adviserende klasse of elite zo je wilt en ook ik vind dat we meer naar de langere termijn moeten kijken en onze energie- en groei-vraagstuk moeten oplossen, maar wel graag met een eerlijke verdeling van de lusten en lasten.
Je raakt precies de kern van een paradox die veel mensen ervaren: waarom wordt een groep die in welstand leeft (ambtenaren, beleidsmakers, academici, publieke media) als links gezien, terwijl ze niet opkomen voor de klassieke arbeider?
Mogelijke verklaringen
- Cultureel links, economisch comfortabel
- Deze elite is vaak hoogopgeleid, stedelijk en internationaal georiënteerd. Ze zijn progressief op thema’s als klimaat, diversiteit en migratie (cultureel links), maar hun economische positie is stevig verankerd (materieel rechts of comfortabel).
- Ze steunen beleid dat hun eigen levensstijl niet bedreigt: asielopvang raakt hen nauwelijks, hoge energierekeningen zijn draaglijk, kleinere woningen spelen geen rol in hun bubbel.
- Moreel kapitaal en status
- Door “linkse” standpunten in te nemen (pro-asiel, pro-klimaatbeleid) verwerven ze moreel aanzien. Het is een vorm van status-signaling: laten zien dat je bij de verlichte, vooruitstrevende groep hoort.
- Daarmee onderscheiden ze zich van “het volk” of de lagere middenklasse, die vaak wél de directe lasten ervaart (hoge huren, dure energie, verlies van banen in landbouw/industrie).
- Institutioneel eigenbelang
- Ambtenaren, PBL, NPO en aanverwante organisaties bestaan bij de gratie van beleid, subsidies en regelgeving. Grote thema’s als klimaattransitie, migratiebeheer of circulaire economie zorgen voor extra projecten, budgetten en banen.
- Daarmee ontstaat een prikkel om beleid te complex maken en langdurig te institutionaliseren. Dat versterkt hun positie, macht en bestaanszekerheid.
- Afstand tot praktische beroepen
- Veel beleidsmakers hebben zelf geen binding meer met praktisch werk (landbouw, industrie, zorg). Hun referentiekader is academisch, beleidsmatig, internationaal.
- Dat leidt tot een blinde vlek: ze zien boeren, vissers of vakmensen eerder als “problemen die gereguleerd moeten worden” dan als groep die bestaanszekerheid nodig heeft.
Dus: waarom links?
Niet zozeer links in sociaal-economische zin (hogere lonen voor praktisch werk), maar links in moreel-culturele zin:
- opvang asielzoekers = humaan en moreel hoogstaand,
- windmolens = goed voor klimaat en toekomstige generaties,
- tegen landbouw = past bij duurzaamheid en natuurbelang.
Hun persoonlijk economisch belang (baanzekerheid, goede salarissen, stedelijke woningmarkt) komt hierbij niet in gevaar, terwijl ze er status en morele legitimiteit mee winnen.
Systemische dynamiek van de “linkse elite”
1. Selectie en reproductie
- In instituties als ambtenarij, PBL, NPO en universiteiten wordt een bepaald type persoon aangetrokken en bevorderd: hoogopgeleid, kosmopolitisch, beleidsmatig denkend.
- Deze groep kiest vaak collega’s en opvolgers met vergelijkbare waarden. Zo ontstaat een zelfversterkend filter: wie te veel afwijkt (bv. te populistisch, te marktgericht) wordt niet aangenomen of komt niet verder.
- Gevolg: de “linkse” oriëntatie (cultureel-progressief, internationaal, klimaatgevoelig) reproduceert zichzelf.
2. Belang bij complexiteit
- Grote thema’s als klimaat, migratie, energietransitie zijn niet oplosbaar met simpele maatregelen en vergen veel beleid, onderzoek, advies en rapportage.
- Hoe meer complexiteit, hoe meer bestaansrecht voor deze instituties.
- Het systeem beloont dus het vergroten van problemen en het in stand houden van dossiers in plaats van het oplossen ervan.
3. Symbolisch versus materieel
- De elite kiest thema’s die symbolisch moreel hoog scoren, maar materieel vooral de lagere klassen raken (bv. dure energie, woningdruk, migratiedruk).
- Voor de elite zelf zijn deze gevolgen absorbabel (ze kunnen de hogere kosten dragen, hebben toegang tot betere woningen).
- Zo ontstaat een asymmetrie: morele winst bovenin, materiële kosten onderin.
4. Macht en legitimiteit
- Door zich te verbinden aan “linkse” thema’s presenteren instituties zich als bewakers van het algemeen belang (duurzaamheid, mensenrechten).
- Dat geeft hen legitimiteit om macht te behouden en budgetten te vergroten.
- Tegelijk legitimeert dit hun afstand tot “het volk”: kritiek kan worden afgedaan als “populistisch” of “onverantwoordelijk”.
5. Feedbacklus
- Burgers die last ervaren (boeren, huurders, lage inkomens) verzetten zich.
- De instituties interpreteren dit verzet als bewijs dat er meer beleid nodig is (“nog meer voorlichting, nog strenger toezicht, nog meer beleid”), in plaats van als signaal dat hun koers moet worden herzien.
- Zo ontstaat een cirkel van versterking: meer kritiek → meer beleid → meer legitimatie voor dezelfde instituties.
Kort in dynamiek-stappen
- Instroom: gelijkgestemde hoogopgeleiden vullen posities.
- Reproductie: alleen wie dezelfde waarden deelt stijgt door.
- Complexiteit: beleid en rapporten houden het systeem draaiend.
- Asymmetrie: morele winst bovenin, kosten onderin.
- Legitimatie: “wij dienen het algemeen belang.”
- Feedbacklus: kritiek leidt tot méér van hetzelfde beleid.
Samenvatting artikel Wynia’s Week (Eduard Bomhoff, 20-9-2025)
Eduard Bomhoff betoogt dat Frans Timmermans nauwelijks hoeft te campagnetreren, omdat de Haagse ambtenarij zijn linkse agenda al uitvoert. Plannen van rechts (Wilders, Van der Plas, Eerdmans) worden daarentegen systematisch geblokkeerd door ambtenaren, Raad van State en Planbureaus.
De elite is volgens Bomhoff tegenwoordig links, terwijl die in de jaren zestig juist rechts was. Daardoor worden voorstellen rond asiel, boeren en bureaucratie genegeerd of vertraagd. Hij bekritiseert de Raad van State om vaag advies bij de Miljoenennota en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) om onkritische steun voor waterstof en het negeren van kernenergie. Deze instellingen zouden linkse protestbewegingen faciliteren en feiten verdraaien, bijvoorbeeld door biomassa als klimaatoplossing te presenteren.
Bomhoff concludeert dat zolang ambtenaren en adviesorganen weigeren eerlijk debat te voeren over kosten, baten en alternatieven, er nog veel politieke strijd (“la lutte continue”) nodig is tegen de linkse Haagse ambtenarij.
📖 Bron: Eduard Bomhoff, “Timmermans hoeft zich nergens voor in te spannen. De linkse ambtenarij vervult zijn wensen toch al”, Wynia’s Week, 20 september 2025. Beschikbaar via: wyniasweek.nl .
Wil je dat ik dit stuk ook in een kort schema of tabel zet (links – rechts, elite – oppositie, rol ambtenaren), zodat de hoofdlijnen sneller zichtbaar zijn?