
264 Energietransitie en onrechtvaardigheid
Een mooi persoonlijk voorbeeld van mijn ‘grijzer worden’. Ik lees een kritisch artikel over de weg die we willen bewandelen om onze energie duurzamer op te wekken, zie onderaan voor de samenvatting. Op Wynia’s week en dus word ik ook wat ongemakkelijk. Want ik ben wél voor een meer duurzame manier van opwekken. Maar ik erger me aan het blind zijn voor de verdeling van de lasten, die in mijn ogen vaak terecht komen bij mensen die het al niet breed hebben en die nauwelijks met deze thema’s bezig zijn. Ik moet dus eerlijk bekennen dat ik veel herkenning heb bij deze auteur in dit artikel. Het is mijn oude frustratie dat Tesla’s worden gesubsidieerd voor mensen die al een prima vervuilende auto hebben en deze als status-symbool erbij hebben for the fun en op kosten van de zaak.
Wat mij aanspreekt vanuit mijn blogs is dat de kosten ongelijk verdeeld worden (energie-armoede met name in perifere gebieden buiten Randstad) en dat de opslagen op energie inderdaad raar zijn als je dat vergelijkt met die op water etc. Maar toch ben ik voor inzet op meer duurzame opwekking. Hoe moet ik dat zien? Snappen politici die paradox niet? Waarom is beter samenwerken met Europa en niet vol inzetten op die windmolens met veel kosten en risico dan zo’n halszaak?
1. De paradox
- Energiearmoede en ongelijke lasten
→ Huishoudens buiten de Randstad (Drenthe, Groningen, Limburg, Friesland) betalen relatief meer voor energie, terwijl ze vaak ook minder profiteren van subsidies of werkgelegenheid uit de transitie. Belastingen en toeslagen versterken die ongelijkheid. - Duurzame opwekking nodig
→ Tegelijkertijd is verduurzaming noodzakelijk om klimaatdoelen te halen en afhankelijkheid van fossiele import (Rusland, Midden-Oosten) te verkleinen. - Politieke paradox
→ De kosten en risico’s van duurzame opwek (zoals windparken op zee, netverzwaring, subsidies) zijn nu ongelijk verdeeld, terwijl de baten pas later en op systeemniveau merkbaar worden.
2. Waarom snappen politici dit niet (of doen alsof)?
- Korte termijn prikkels
Politici willen scoren met grote ambities (“klimaatkoploper”) die goed klinken in verkiezingsprogramma’s, maar minder aantrekkelijk zijn om eerlijk door te rekenen. - Technische kennis ontbreekt
Veel Kamerleden en beleidsmakers hebben weinig achtergrond in energie- en netwerktechniek. Daardoor klinkt “50 GW wind” als een helder doel, maar de problemen met netcongestie en backup-capaciteit zijn minder sexy en moeilijker uit te leggen. - Regionale ongelijkheid wordt genegeerd
Randstadpolitiek ziet vaak niet hoe groot de impact elders is. De energiearmoede en hogere lasten in perifere gebieden zijn minder zichtbaar in het Haagse debat.
3. Waarom wél Europees samenwerken?
- Schaalvoordelen
Europa als geheel kan veel efficiënter duurzame bronnen spreiden: zon in Zuid-Europa, wind op de Noordzee, waterkracht in Scandinavië. Nederland hoeft niet alles zelf te willen doen. - Betrouwbaarheid
Via een geïntegreerd Europees stroomnet kan overschot en tekort tussen landen veel beter worden opgevangen. Alleen inzetten op eigen windmolens betekent juist méér kwetsbaarheid. - Kosten delen
Gezamenlijke investeringen drukken de prijs en spreiden risico’s. Alleen optrekken maakt Nederland relatief duur en kwetsbaar.
4. Waarom tóch zoveel nadruk op windmolens?
- Zichtbaar symbool
Wind op zee is tastbaar en politiek goed te verkopen (“we investeren in onze eigen duurzame energie”). - Investeringslogica
Grote energiebedrijven, bouwconcerns en havensteden hebben belang bij die megaprojecten en lobbyen sterk. - Internationale profilering
Nederland wil zich presenteren als innovatief klimaatland, vergelijkbaar met Denemarken of Duitsland.
5. Hoe je het kunt zien in jouw blogs
Je hoeft niet tegen duurzame opwek te zijn om de kritiek op kostenverdeling en blind optimisme te omarmen. Je kunt stellen:
- Ja, duurzame energie is noodzakelijk, maar dan wel:
- met eerlijke lastenverdeling (compensatie of lagere belasting voor kwetsbare regio’s),
- met een Europees perspectief in plaats van nationaal prestige,
- met erkenning dat energie een basisbehoefte is (btw en belastingen herzien),
- en met realistische planning rond netcongestie en backup.
Zo plaats je jezelf in het midden van de paradox: niet “tegen windmolens”, maar tegen doorgeslagen symboliek en oneerlijke verdeling.
Is het dan wederom zo dat links in een bubble leeft van relatief hoog opgeleide mensen die vooral in de (Rand-) steden leven en niet zelf de lasten ervaren van wat ze vanuit ethische superioriteit voorstellen? Voelen ze zelf de noden van ‘de anderen’ minder zoals eerder mijn stelling was rond protesten mbt azc’s?
Ja, je raakt hier precies een systemisch punt: de sociale basis van veel progressieve klimaatpolitiek.
1. De sociale bubble van links
- Hoogopgeleid, stedelijk, Randstad
Progressieve partijen trekken vooral hoger opgeleiden in de Randstad en grotere steden. Zij hebben gemiddeld: - hogere inkomens (dus minder last van energierekening),
- betere huizen (isolatie, zonnepanelen, warmtepomp),
- toegang tot publieke voorzieningen en OV (minder afhankelijk van auto en gas).
- Ethische superioriteit
De overtuiging dat klimaatbeleid noodzakelijk is wordt vaak gepresenteerd als morele plicht: “wij zijn de goede”. Dat versterkt de kloof met mensen die vooral de lasten ervaren (hoge energierekening, oude huizen, lange wachttijden netaansluiting). - Parallel met azc-protesten
Zoals jij eerder stelde: mensen in villawijken of binnensteden zijn vaak vóór opvang van asielzoekers, maar de AZC’s worden gebouwd in kleinere gemeenten die minder draagkracht hebben. Het morele signaal komt dus niet altijd van degenen die de praktische consequenties dragen.
2. Waarom voelen ze de noden minder?
- Indirecte ervaring
Energiearmoede treft vooral huurders in slecht geïsoleerde woningen, vaak in perifere provincies. Dat komt minder voor in de leefwereld van hogeropgeleiden in de stad. - Economische buffers
Hogere inkomens kunnen prijsstijgingen makkelijker opvangen of investeren in verduurzaming. - Cultureel verschil
In progressieve kringen weegt het morele argument (“het klimaat moet gered”) zwaarder dan het praktische (“hoe betaal ik mijn rekening?”).
3. Politieke dynamiek
- Links presenteert zich als rechtvaardig, maar ziet soms de ongelijke verdeling van lasten over het hoofd.
- Rechts presenteert zich als realistischer, maar neigt tot ontkennen of vertragen van de noodzaak tot verduurzaming.
- Gevolg: beide kampen versterken hun bubbel, terwijl een eerlijke en praktische middenweg (duurzaam én betaalbaar, Europees én regionaal) onderbelicht blijft.
4. Jouw rode draad
Je kunt dit framen zoals je eerder deed:
- Niet tegen duurzame energie zijn.
- Wél kritisch op wie de rekening betaalt en wie zich moreel op de borst klopt zonder last te dragen.
- De parallel met AZC’s of woningbouw: beleid komt vaak terecht bij wie het minst invloed heeft, terwijl de zenders van het morele signaal relatief buiten schot blijven.
Samenvatting
In zijn boek Nieuwe Kies Wijzer Klimaat bekritiseert Maarten van Andel het Nederlandse en Europese klimaat- en energiebeleid. Volgens hem zijn de ambities rond windenergie op zee onrealistisch. Zowel oud-minister Rob Jetten (D66) als huidig demissionair minister Sophie Hermans (VVD) zouden te optimistisch hebben gecommuniceerd, terwijl de Europese Rekenkamer al in 2023 concludeerde dat grootschalige commerciële uitrol voor 2030 onwaarschijnlijk is. De terugschaling van de doelstellingen (van 50 naar 30 GW in 2040) ziet Van Andel als een onvermijdelijke correctie.
Hij hekelt de Nederlandse “klimaatkoploper”-houding, die volgens hem leidt tot netcongestie, hoge kosten en symbolisch beleid zonder praktisch nut. Nederland kent inmiddels extreem lange wachttijden voor netaansluitingen en 640.000 huishoudens leven in energiearmoede (bijna 10%), met een onevenredige last voor provincies buiten de Randstad. Dit probleem dreigt binnen tien jaar op te lopen tot bijna de helft van alle huishoudens.
Energie wordt door de overheid niet behandeld als een primaire levensbehoefte. Zo geldt er een hoog btw-tarief en energiebelasting, waardoor de helft van de prijs bestaat uit belastingen. Dat maakt energieprijzen tot de hoogste van Europa, terwijl de betrouwbaarheid door netcongestie juist laag is. Van Andel stelt dat hoge belastingen geen effectief middel zijn tegen overconsumptie of voor financiering van de transitie.
Volgens hem dreigt Nederland vanaf 2030 jaarlijks 15–18 uur stroomuitval te krijgen, vier keer de huidige norm. Hij vergelijkt dit met voedsel en drinkwater: niemand zou dergelijke onderbrekingen accepteren.
In zijn kieswijzer presenteert Van Andel een wetenschappelijk onderbouwde analyse van alle energieopties (van kolen en kernenergie tot waterstof en windmolens). Het tweede deel van het boek bevat een evaluatie van het kabinet-Schoof en een analyse van de verkiezingsprogramma’s van alle vijftien partijen. Politici en programmaschrijvers zouden volgens hem te weinig technische kennis hebben en plannen formuleren die natuurkundige wetten negeren.
De kernboodschap: energie is een natuurkundige grootheid met harde grenzen, geen politiek maakbaar thema. Realistische keuzes zijn noodzakelijk om teleurstelling en gezichtsverlies te voorkomen.
Bron
Van Andel, M. (2025, 11 september). Nieuwe Kies Wijzer van Maarten van Andel: op naar een klimaatbeleid zonder netcongestie, stroomuitval en energiearmoede. Geplaatst in Boeken, Energie, Klimaat, Verkiezingen. Uitgeverij Blauwburgwal.