73 De toekomst voorspellen kan niet en toch is er een CPB, rara hoe kan dat?

Ik krijg (weer) een bericht van Jos, ditmaal een artikel uit NRC van afgelopen zaterdag, de start van een zomerserie over de toekomst. Ditmaal over voorspellen, zie onderaan voor een samenvatting waarbij ik geprobeerd heb zorgvuldig om te gaan met de copyrights. Jos stuurt dit artikel vermoedelijk omdat ik zelf in vervlogen tijden bij het CPB (de Nederlandse rekenmeesters) heb gewerkt en zelfs aan de modellen waarmee destijds de partijprogramma’s werden doorgerekend. Vandaar ….

Waarschijnlijk is zijn insteek (en die van het artikel): haha, kijk het CPB is niet wetenschappelijk, want de toekomst kun je niet voorspellen. Hoewel ik me in geen enkel opzicht geroepen voel het CPB te verdedigen (oa ook omdat ik er decennia lang niet meer naar gekeken heb), vind ik het een goede aanleiding dit oude misverstand eens ‘recht te zetten’.

Maar @Jos @kanttekeningen (zoek naar deze termen op deze site): ga zo door, voer voor discussie, altijd welkom, misschien zie ik het verkeerd.

Naar mijn overtuiging zijn de modellen van het CPB wel ‘wetenschappelijk’ in de zin dat het volgens de regelen van de kunst (econometrisch, obv beschikbare data etc) worden geprogrammeerd. De modellen worden gepubliceerd en de achterliggende aannames staan daarin vermeld en er is discussie over mogelijk etc etc. Meer dan dat kun je wetenschappelijk niet bereiken. Maar het misverstand is dat het gaat om voorspellen van de toekomst. Dat kan niet, dat is ook niet de intentie. Die is om de toekomst te verkennen, wat zou er zoal mogelijk kunnen zijn uitgaande van die en die set veronderstellingen. Op die manier krijg je een gevoel (idee, notie) van bandbreedte en kun je je plannen testen en in dialoog gaan: wat als dit en wat als dat. Het stimuleert nadenken over je plannen en beoogt tot een betere consistentie en samenhang in dialoog met andere plannen te komen in die specifieke (bedachte, aangenomen) wereld. We noemen dat scenario’s en geen voorspellingen. Hier slaat het artikel de plank mis, of het zet de lezer in ieder geval op het verkeerde been. Omdat dit een veel voorkomend misverstand is, zoek ik onderbouwingen, argumenten, uitweidingen, om dit punt eens goed duidelijk te maken. Mochten er andere zienswijzes zijn dan hoor ik die ook graag.


Je analyse is scherp en je verdediging van het CPB raakt de kern van een belangrijk onderscheid: het verschil tussen voorspellen (prediction) en verkennen van mogelijke toekomsten (exploration/scenario analysis). Het misverstand van je vriend – én van het NRC-artikel – is inderdaad wijdverspreid, en het is waardevol dit helder te duiden. Hieronder geef ik:


1. Essentiële onderbouwing van jouw punt

CPB doet géén voorspellingen, maar scenarioverkenningen en analyses onder veronderstellingen

  • Wetenschappelijke benadering: De modellen van het CPB zijn econometrisch van aard, gebaseerd op (openbare) data, gepubliceerd in methodologische achtergronddocumenten, en onderhevig aan peer review of publieke kritiek. Dat voldoet aan de eisen van wetenschappelijkheid: transparantie, reproduceerbaarheid, toetsbaarheid van aannames en modellen.
  • Voorwaardelijke analyses: CPB-publicaties bevatten zelden uitspraken als “dit zal gebeuren”, maar eerder: “gegeven deze aannames, leidt dit model tot de volgende uitkomsten.” Dit zijn dus if-then analyses, geen voorspellingen.
  • Scenariodenken als beleidsinstrument: Scenario’s (zoals in de middellange termijnverkenningen of de studie Vier vergezichten op Nederland) worden gebruikt om beleidsopties door te rekenen onder verschillende plausibele toekomstbeelden. Niet om te zeggen wélke zal optreden, maar wat mogelijke gevolgen zijn van beleidskeuzes binnen die beelden.

2. Relevante literatuur en argumenten uit beleids- en wetenschapsfilosofie

📘 Philip Tetlock (2005): Expert Political Judgment

  • Laat zien dat mensen (zelfs experts) slecht zijn in precieze voorspellingen.
  • Maar hij maakt ook onderscheid tussen ‘vossen’ (veelzijdige denkers) en ‘egels’ (één grote theorie) — waarbij beleidsanalisten, zoals bij CPB, vaak ‘vossen’ zijn: goed in plausibele scenario’s bouwen, niet in exacte voorspellingen.

📘 Nancy Cartwright & Jeremy Hardie (2012): Evidence-Based Policy

  • Beleid vereist geen zekerheid, maar robuste kennis onder veronderstellingen. Modellen helpen om gedachten te ordenen en gevolgen van aannames zichtbaar te maken, juist om tot verantwoord beleid te komen.

📘 Arie de Geus (Shell Scenarios)

  • Shell ontwikkelde in de jaren ’70 scenarioanalyse als antwoord op de oliecrisis. Zijn stelling: “The ability to learn faster than your competitors may be the only sustainable competitive advantage.”
  • CPB gebruikt scenario’s in deze geest: niet om te weten wat komt, maar om beter voorbereid te zijn op wat zou kunnen komen.

3. Praktisch argument: de waarde van onzekerheidsanalyse

  • In een onvoorspelbare wereld (complex, adaptief, vol shocks) is het dom om te doen alsof je kunt voorspellen, maar onnadenkend om geen modellen te gebruiken.
  • Modellen helpen beleidsmakers bij het expliciet maken van hun aannames en het nadenken over “wat als”-situaties. Ze stimuleren consistentie en discipline in denken, en zijn bruikbaar in publieke en politieke dialoog.

4. Misvatting als gevolg van medialogica

  • De media (en soms ook politici) hebben moeite met onzekerheid en neigen naar soundbites (“CPB voorspelt…”) – terwijl CPB altijd nuanceert.
  • In de communicatie komt het CPB dan over als te zeker of te stellig, terwijl de interne documenten juist volstaan van disclaimers en bandbreedtes.

5. Andere zienswijzen / kritieken (die je kunt weerleggen of meewegen)

  • Kritiek: Modellen zijn altijd gebaseerd op aannames uit het verleden en kunnen nieuwe shocks (zoals corona, oorlog) niet voorspellen.
  • Antwoord: Klopt – daarom zijn het ook geen voorspellingen. Maar juist door modelmatige simulatie kunnen we robuustheid van beleid testen tegen verschillende shocks.
  • Kritiek: Politici gebruiken CPB-uitkomsten toch alsof het zekerheden zijn.
  • Antwoord: Dat is een communicatieprobleem, geen wetenschappelijk probleem van het CPB.
  • Kritiek: Complexe modellen geven een schijnzekerheid.
  • Antwoord: Transparante modellen maken de aannames zichtbaar en toetsbaar. Schijnzekerheid ontstaat pas als men denkt dat modellen voorspellen, terwijl CPB daar zelf heel voorzichtig mee is.

Als we systemisch kijken, zien we een veel rijker plaatje: modellen zijn geen orakels, maar gestructureerde denkoefeningen. Ze leggen niet de toekomst vast, maar helpen juist de impliciete aannames van beleidsmakers expliciet te maken. Ze bieden een spiegel, geen kristallen bol.

Wie beweert dat het CPB de toekomst wil voorspellen, mist niet alleen de interne methodologische discipline, maar ook de culturele dynamiek waarin deze modellen functioneren. Politici willen houvast. Media willen helderheid. En dus ontstaat er een narratief van ‘voorspelling’, waar in werkelijkheid sprake is van ‘verkenning’.

De vraag is niet of het CPB voorspelt — het doet dat namelijk niet. De vraag is: waarom hebben wij als samenleving zo’n behoefte aan zekerheid dat we verkenningen willen lezen als voorspellingen?


Samenvatting (bron NRC, Een blik op de toekomst, Zomerserie,12-07-2025)

De wens om grip te krijgen op de toekomst is van alle tijden. In de oudheid gebruikten machthebbers orakels, ingewanden van dieren of extatische profetessen om richting te geven aan beslissingen. Zo kende Rome de Sibillijnse boeken, die in tijden van crisis werden geraadpleegd. Ook in andere culturen, zoals het oude China of Mesopotamië, waren rituelen en symbolen belangrijk om de toekomst te duiden.

In de middeleeuwen bleef de fascinatie voor voorspellingen bestaan, maar raakte deze vermengd met vroege vormen van wetenschap. Astrologie en astronomie liepen toen nog in elkaar over. Bekende figuren als Nostradamus en John Dee combineerden wetenschap, mystiek en politiek advies.

Vanaf de Verlichting verschoof het denken over tijd van cyclisch naar lineair: men ging ervan uit dat de geschiedenis zich ontwikkelde richting een doel. Filosofen als Hegel en Marx probeerden deze lijn te vatten in een theoretisch model, waarbij Marx zelfs het einde van de geschiedenis meende te kunnen voorspellen: het communisme.

Vandaag de dag zijn het planbureaus en algoritmes die deze taak hebben overgenomen. Hoewel dit wetenschappelijker oogt, blijft het volgens sommige historici een illusie dat we de toekomst écht kunnen kennen. Onzekerheid en chaos blijven onvermijdelijke kenmerken van onze werkelijkheid.


Previous Post Next Post
@media print { /* Verberg alle ongewenste onderdelen */ header, .site-header, nav, .main-navigation, .sidebar, .site-sidebar, aside, footer, .site-footer, .widget-area, .breadcrumbs, .post-meta, .related-posts, .comments-area, .print-hide { display: none !important; height: 0 !important; margin: 0 !important; padding: 0 !important; overflow: hidden !important; } /* Verberg ook bepaalde vaste*