
189 Goede bedoeling en perverse dynamiek
In de vorige blog kun je meer lezen over hoe en waarom het stimuleren van eigen-woning-bezit vanaf de jaren 70/80 een deel van de oorzaak is van de exorbitante huizenprijsstijging en daarmee van de huidige woningcrisis. Mijn vraag was of deze hele riedel destijds niet voorzien had kunnen worden. Het is immers geen rocket-science, ook toen was al wel bekend hoe zo’n markt met beperkt aanbod werkt. Ervan uitgaande dat men dat toen afgewogen heeft (merk op dat het voornamelijk een bezuinigingsoperatie betrof), hoe is dat dan gegaan? Het blijkt toch weer om de bekende korte termijn voorkeur te gaan met na ons de zondvloed …. Ook interessant nog eens te kijken naar hoe ‘goede bedoelingen’ (met de nuance dat er toch een besef was van ‘niet zo goed’) kunnen leiden tot een perverse dynamiek.
Quote van de dag: ja, er was kennis, maar de belangen (bezuinigingen, electorale winst) wogen zwaarder dan het structurele inzicht in de prijsdynamiek.
Je raakt precies de kern van wat Van Bockxmeer beschrijft, en je vragen passen in een bredere systemische analyse. Ik zal ze puntsgewijs beantwoorden.
1. Was dit vooraf niet te voorzien?
- Beleidsintentie: in de jaren ’80 was de expliciete drijfveer om te bezuinigen op volkshuisvesting. De overheid zag de rijksuitgaven aan huursubsidies en corporaties als te hoog, en wilde huishoudens meer eigen verantwoordelijkheid geven. Het idee: “als mensen hun eigen huis kopen, bouwen ze vermogen op en worden ze minder afhankelijk van de staat.”
- Economisch inzicht destijds: er was kennis over hoe huizenprijzen tot stand komen (vraag/aanbod, rente, fiscale voordelen). Economen waarschuwden ook toen al dat het subsidiëren van koopwoningen prijsopdrijvend werkt. Het is inderdaad geen rocket science: extra koopkracht op de woningmarkt zonder extra woningen leidt tot hogere prijzen.
- Waarom toch doorgezet?
- Politieke aantrekkelijkheid: eigenwoningbezit is populair bij kiezers, en beleid dat burgers een huis laat kopen voelt positief.
- Korte termijn vs. lange termijn: men zag vooral de korte termijn besparing op subsidies en het electorale voordeel, minder de lange termijn dynamiek van prijsopdrijving en ongelijkheid.
- “Policy myopia”: men focuste op directe kostenbesparing en minder op systeemgevolgen. Dit is een klassiek patroon bij beleid dat uitmondt in perverse prikkels.
Kortom: ja, er was kennis, maar de belangen (bezuinigingen, electorale winst) wogen zwaarder dan het structurele inzicht in de prijsdynamiek.
2. Past dit in de bredere trend van privatisering en individualisering?
Zeker. Het Nederlandse woonbeleid vanaf de jaren ’80 staat niet los, maar is onderdeel van een bredere transitie die we ook in andere sectoren zagen:
- Privatisering & marktwerking: nutsbedrijven, openbaar vervoer, zorgverzekeringen, energie. Steeds dezelfde logica: overheid trekt zich terug, burgers moeten meer zelf regelen, marktpartijen vullen het gat.
- Individualisering: een eigen huis werd symbool van zelfredzaamheid, net zoals pensioenopbouw en zorgverzekeringen steeds meer individuele keuzes werden.
- Globalisering: internationale druk op overheidsfinanciën en competitiviteit. De neoliberale wind (Reagan, Thatcher, Mont Pelerin Society) maakte eigenwoningbezit aantrekkelijk als “kapitalisme voor de gewone man”.
- Gevolg: publieke voorzieningen en solidariteit raakten uitgehold. Huiseigenaren gingen zichzelf zien als investeerders in plaats van leden van een collectief, waardoor steun voor herverdeling afnam.
Je zou kunnen zeggen dat dit precies de neoliberale paradox is: beleid dat start met de belofte van efficiëntie en vrijheid, eindigt in een systeem dat ongelijkheid vergroot, collectieve voorzieningen uitholt en burgers gevangen zet in schulden of afhankelijkheid.
✅ Reflectie: Je bent dus niet te optimistisch in je redenering dat men had kunnen weten dat dit fout zou gaan. Het mechanisme van prijsopdrijving door subsidies was al bekend. Wat wél optimistisch is, is te verwachten dat politiek belang en kiezerspsychologie (de droom van een eigen huis) zouden wijken voor dat inzicht.
Hier is een schema dat de perverse dynamiek van het woonbeleid systemisch laat zien:
Schema: van goede bedoeling naar perverse dynamiek
Stap | Goede bedoeling / startpunt | Beleidsmaatregel | Onbedoeld gevolg | Perverse dynamiek |
---|---|---|---|---|
1 | Bezuinigen op collectieve woonlasten – overheid wil minder subsidies kwijt zijn aan huur en volkshuisvesting | Stimuleren eigenwoningbezit: hypotheekgarantie, subsidies, fiscale voordelen | Huizenprijzen stijgen door extra vraag; koopwoning wordt duurder | Wonen wordt onbereikbaar voor wie niet kan instappen; ongelijkheid neemt toe |
2 | Huishoudens zelfstandiger maken – burgers vermogen laten opbouwen, minder afhankelijk van staat | Verzelfstandiging woningcorporaties, afbouw subsidies | Minder sociale huur, strengere inkomensgrenzen | Lange wachtlijsten, duurdere vrije sector, kwetsbare groepen vallen buiten de boot |
3 | Kapitaalopbouw voor gezinnen – een huis als pensioenvoorziening | Hypotheekrenteaftrek, soepele hypotheekvormen | Staat loopt jaarlijks >11 mld belasting mis | Privé-vermogen groeit, collectieve voorzieningen worden uitgehold |
4 | Eigen huis als zekerheid – versterken gevoel van stabiliteit en autonomie | Normatief discours: eigen huis = verantwoordelijk, huren = tijdelijk of minderwaardig | Stigmatisering van huurders; sociale statusverschillen | Huiseigenaren stemmen rechtser en hechten minder waarde aan solidariteit |
5 | Politiek draagvlak behouden – inspelen op wens van kiezers | Hypotheekvoordelen behouden/vergroten (links én rechts) | Starters krijgen tijdelijk voordeel → prijzen stijgen opnieuw | Vicieuze cirkel: telkens meer steunmaatregelen nodig → huizen nog duurder |
6 | Woningnood oplossen via bouw – aanbod vergroten | Marktgestuurde bouw door ontwikkelaars en beleggers | Hoge grondprijzen; bouw stopt bij dip in markt | Bouw blijft achter; effect op prijzen marginaal (80.000 extra huizen = 1-2% prijsdaling) |
📌 Samengevat:
- Startpunt: kostenbesparing en autonomie.
- Resultaat: hogere prijzen, minder betaalbare huur, groeiende ongelijkheid.
- Perverse dynamiek: beleid dat bedoeld was om burgers sterker te maken, vergroot juist hun kwetsbaarheid en ondermijnt de solidariteit.