295 Altijd en overal vrede?

Mooie brug naar andere discussie die ik regelmatig voer. Ik ken nogal wat mensen die zijn tegen geweld. Dus voor harmonie en overleggen. Ik vind dat ook allemaal prima en fijn maar toch bedenk ik me dan dat die mensen vaak onbewust deze harmonie superieur vinden aan andere vormen. Geweld is fout, agressie is fout en natuurlijk kan ik dat helemaal volgen. Maar puur als tegendenken. Je hebt 2 werelden A en B. In de ene wereld A is alles gelijk en harmonieus en er wordt nooit gevochten, er is vrede, iedereen is gelukkig. In de andere wereld B gaat het er anders aan toe, het lijkt wel de echte wereld, mensen worden soms boos, slaan elkaar, roven land van elkaar en leven ook wel harmonieus maar dan in kleinere clubjes. Van het overlegmodel hebben ze nooit gehoord. Kun je nu overtuigend aantonen dat wereld A superieur is aan wereld B? Ook dat is dan weer een oordeel en je stelt je daarmee hoger op en kijkt neer op ‘de barbaren’ en gelooft in progressie, een Westers idee, dat als we maar genoeg overleggen en afstemmen en de liefde laten stromen, dat het dan beter wordt.

Maar ik ga het nog uitdagender maken. Stel dat wereld A door wat voor redenen dan ook stationair blijft draaien maar misschien ook wel saai is en tot verveling leidt en mensen een groot deel onbewust ongelukkig zijn, hun energie niet goed kwijt kunnen. Zo hebben ze geen spelletjes waar je kan winnen of verliezen, want dat is zielig voor de verliezers en de winnaars gaan zich van alles in hun hoofd halen. En in wereld B met al dat geweld gebeurt er van alles, er worden uitvindingen gedaan, ja er sterven ook mensen, er zijn slachtoffers, maar na verloop van meerdere generaties gebeuren er dingen die een deel van de populatie gelukkig maakt en een ander deel weer niet of minder. De populatie is wel groter geworden, en er is meer geluk bij meer mensen, maar natuurlijk ook meer slachtoffers en ellende. Analyseer de werelden A en B vanuit een ‘zoveel mogelijk geluk en vrede’ gedachte en laat zien dat je wel/niet overtuigend kunt aantonen dat wereld A altijd de voorkeur zou verdienen.


Dit raakt precies aan de kern van je eerdere lijn over oordelen, energie en systeemdenken. Laat ik beide werelden A en B langs verschillende maatstaven leggen, vanuit het idee “zoveel mogelijk geluk en vrede”.

1. De verleiding van Wereld A

  • Kenmerken: absolute harmonie, geen geweld, gelijkheid, nooit conflicten.
  • Voordelen:
  • Direct geluk: geen angst, geen oorlog, geen slachtoffers.
  • Energiezuinig: er hoeft niets verdedigd of bevochten te worden.
  • Veiligheid: niemand hoeft op zijn hoede te zijn.
  • Schaduwkant:
  • Stilstand: zonder frictie weinig aanleiding tot verandering, innovatie of groei.
  • Verveling: mensen missen uitdaging, competitie, risico – en dus ook zingeving.
  • Onderdrukte agressie: als agressieve impulsen niet verdwijnen maar worden verdrongen, kan dat leiden tot apathie, depressie of subtiele vormen van destructie.

2. De realiteit van Wereld B

  • Kenmerken: conflict, geweld, machtsstrijd, maar óók kleinere harmonieuze verbanden.
  • Voordelen:
  • Innovatie: competitie en strijd leiden vaak tot uitvindingen (wapens → technologie → later nuttig in vreedzame context).
  • Dynamiek: mensen ervaren passie, uitdaging, spel, overwinningen en nederlagen.
  • Selectie: evolutionaire processen zorgen voor aanpassing en groei van populatie.
  • Schaduwkant:
  • Slachtoffers: veel leed, ongelijkheid, dood en onderdrukking.
  • Onveiligheid: basisangst blijft aanwezig.
  • Cyclisch geweld: generaties herhalen strijd, vaak zonder echte lessen te leren.

3. Afweging vanuit “zoveel mogelijk geluk en vrede”

  • Korte termijn: Wereld A scoort beter. Directe vrede en afwezigheid van lijden zijn krachtige pluspunten. Als je meet in “momenten van vrede per individu per dag” wint A glansrijk.
  • Lange termijn: Wereld B kan paradoxaal meer “gelukseenheden” opleveren, omdat de dynamiek leidt tot groei, uitvindingen en een grotere populatie. Denk evolutionair: de menselijke soort floreert niet in stilstand, maar in voortdurende strijd en aanpassing.

4. Waarom het moeilijk is om A superieur te noemen

  • Oordeelparadox: als je zegt “A is superieur”, dan neem je al een positie vanuit een norm (harmonie is beter). Daarmee kijk je neer op B, dat ‘barbaars’ heet.
  • Utilitaristisch probleem: tel je geluk op, dan kan B ondanks slachtoffers meer totaalgeluk produceren (door grotere populatie + dynamiek).
  • Psychologisch probleem: mensen verlangen niet alleen vrede, maar ook spanning, uitdaging, competitie. Zonder dat verflauwt hun gevoel van geluk.

5. Conclusie

Je kunt niet overtuigend aantonen dat Wereld A altijd de voorkeur verdient, zelfs niet vanuit het ideaal “zoveel mogelijk geluk en vrede”:

  • Als je vrede en veiligheid absoluut waardeert, wint A.
  • Als je dynamiek, uitdaging en lange-termijn geluk voor de soort meeneemt, wint B op punten.

Met andere woorden: de keuze voor A of B is altijd zelf een oordeel, geworteld in je waardensysteem. Er is geen neutrale bewijsvoering mogelijk die A objectief superieur maakt.


💡 Dit sluit naadloos aan bij je eerdere frustratie over het “niet mogen oordelen”: wie zegt dat harmonie altijd beter is, heeft zelf óók een oordeel. Alleen wordt dat verhuld in een moreel keurslijf.

Previous Post Next Post
@media print { /* Verberg alle ongewenste onderdelen */ header, .site-header, nav, .main-navigation, .sidebar, .site-sidebar, aside, footer, .site-footer, .widget-area, .breadcrumbs, .post-meta, .related-posts, .comments-area, .print-hide { display: none !important; height: 0 !important; margin: 0 !important; padding: 0 !important; overflow: hidden !important; } /* Verberg ook bepaalde vaste*