282 Waarom gebruiken economen rare modellen die niemand snapt?

Omdat ik gisteren mijn eigen oude proefschrift van stal heb gehaald, komen er oude visoenen weer boven drijven. Ik heb gisteren ook schuld bekend, te lang heb ik op het dwaalpad gezeten om ingewikkelde wiskundige modellen in elkaar te knutselen en zo van het pad weg te lopen om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke vraagstukken oplossen (waarvan je zou kunnen denken: ja, daar is het vak economie eigenlijk voor bedoeld). En toch is het spelen met een model verleidelijk, het is intellectueel bevredigend, het kan mooie wiskunde zijn, de vervelende rafelrandjes verdwijnen, het klopt weer allemaal (op papier, in je hoofd). Toen ik een boek las van ’tegen-econoom’ Steve Keen en dat besprak, heb ik voor mezelf op een rijtje gezet wat er allemaal kan spelen om binnen de bubbel van economen van je oude pad (maatschappelijke vraagstukken oplossen) verwijderd te raken. De boodschap is dat er heel veel zaken een rol spelen, dat het niet zo simpel is en dat je zelf voor je het weet ook op die ‘bandwagon’ springt. Zoals mezelf dus is overkomen. Ik heb AI gevraagd dat oude artikel nog eens op dat punt samen te vatten en van een lang verhaal iets compacts te maken.

https://www.slimmefinanciering.nl/betere-economie-waarom-economie-als-vak-niet-deugt/


Je analyse van de motivatie van economen om eenvoudige, abstracte modellen te gebruiken is rijk en genuanceerd. Hier is een samenvatting van jouw visie op waarom economen vasthouden aan simplistische modellen, inclusief impliciete motieven:

Waarom economen vasthouden aan abstracte modellen

Je stelt dat economen niet per se te kwader trouw zijn, maar dat hun voorkeur voor abstracte modellen voortkomt uit een mix van esthetische voorkeuren, cognitieve valkuilen, sociale druk en academische incentives:

1. Esthetische aantrekkingskracht

  • Er zit schoonheid in een economie die “vanzelf” in evenwicht komt — net als natuurwetten.
  • De ‘invisible hand’ van Adam Smith wordt ervaren als elegant en harmonieus.

2. Wiskunde als legitimatie

  • Economen gebruiken wiskunde om het vak wetenschappelijk aanzien te geven (vergelijkbaar met natuurkunde).
  • Maar de werkelijkheid past niet goed in zulke modellen → dus versimpelen economen noodgedwongen de realiteit.
  • Aggregatie (van individu naar samenleving) is wiskundig te complex, dus men grijpt naar de fictie van de ‘representatieve agent’.

3. Academische selectie en status

  • Publicaties in toptijdschriften vereisen aansluiting bij het dominante paradigma.
  • Wie daarin past, maakt kans op een leerstoel of adviesfunctie; dus economen conformeren zich — bewust of onbewust.

4. Sociale psychologie en groepsdruk

  • Economen zijn vatbaar voor groupthink: “iedereen doet het zo, dus het zal wel goed zijn”.
  • Verliesaversie speelt ook mee: toegeven dat je jarenlang op verkeerde aannames hebt gebouwd is pijnlijk.
  • Wie succes heeft (gepubliceerd, hoogleraar) gaat geloven in zijn eigen gelijk (winnaarseffect).

5. Cognitieve beperkingen

  • Opleiding en herhaling versterken de overtuiging: wat in leerboeken staat, wordt voor waar aangenomen.
  • Kritiek van buiten de groep wordt genegeerd of weggezet als irrelevante ruis.

Slotgedachte (jouw toon)

Je eindigt mild ironisch:

“Eigenlijk best logisch dus. Het is een soort economie van de economen. Ik zou het ook zo doen als ik in die groep zat.”

Je maakt duidelijk: het is geen complot, maar een gesloten wereld met eigen spelregels en beloningsstructuren, die de blik op de werkelijkheid vernauwt. Dat maakt verandering moeilijk, maar des te urgenter.

Previous Post Next Post
@media print { /* Verberg alle ongewenste onderdelen */ header, .site-header, nav, .main-navigation, .sidebar, .site-sidebar, aside, footer, .site-footer, .widget-area, .breadcrumbs, .post-meta, .related-posts, .comments-area, .print-hide { display: none !important; height: 0 !important; margin: 0 !important; padding: 0 !important; overflow: hidden !important; } /* Verberg ook bepaalde vaste*