224 Wegkijkelite? Voor welke rechtvaardigheid kies ik, dat is de vraag.

Woord vooraf: ik heb met deze tekst zitten worstelen, meerdere versies voor mezelf gemaakt, allemaal niet okay, te gevoelig. Ik wilde het maar zo laten, kan ook niet alles hier delen. Toch werd ik getroffen door een artikel van Jaspers (zie onderaan) die spreekt over ‘de wegkijk-elite’, met name Femke Halsema wordt genoemd in het artikel. De auteur heeft (vind ik) een punt te pakken maar gaat wellicht voorbij aan de ethische kanten van de zaak. Maar toen ik daar iets langer over nadacht … ontkomt niemand aan ethisch ongemakkelijke keuzes. En dus is niemand moreel superieur. Ik heb mijn worsteling doorbroken, bij wijze van uitzondering, door AI van alle versies een samenvattend ‘neutraal stukje’ te laten produceren.


Ik volg op enige afstand de verhitte discussie over de recente femicide-zaken. De toon is polariserend: je mag niet vragen naar de herkomst van de dader, het is een algemeen mannenprobleem. Het klinkt logisch, maar is het dat wel?

Mijn twijfel werd gevoed door een artikel van Arnout Jaspers over de ‘wegkijk-elite’ en Femke Halsema. Wat ik in dit debat mis, is de erkenning van een cruciaal, onaangenaam feit: de tegenstelling ‘rechtse onrechtvaardigen’ versus ‘linkse rechtvaardigen’ is een illusie. Elke beleidskeuze, hoe ethisch verantwoord hij ook lijkt, creëert ergens anders onrecht. De ‘rechtvaardigen’ zijn vaak niet transparant over de verborgen kosten van hun standpunt.

Neem het principeel afwijzen van enige vorm van profileren. Deze keuze is niet moreel neutraal. Door te weigeren risicogroepen te identificeren, kies je voor een duurder, algemener beleid. De schaarse middelen – belastinggeld, politiecapaciteit – die daarin gaan zitten, kunnen niet meer worden besteed aan andere rechtvaardige doelen: betere opvang, armoedebestrijding, mentale gezondheidszorg. Dit is het onrecht van de gemiste kans: de kansarme Nederlander die wacht op hulp wordt indirect de dupe van een principe dat voor hem geen direct voordeel oplevert.

Zelfs de ‘derde weg’ – slim profileren op gedrag, niet op afkomst – ontkomt hier niet aan. Deze aanpak is complexer, vergt meer training en zal, door statistische correlaties, onvermijdelijk nog steeds bepaalde groepen onevenredig treffen. Ook hier betaalt iemand de prijs.

Het echte debat zou daarom niet moeten gaan over of we onrecht veroorzaken – dat doen we altijd. Het zou moeten gaan over de enige eerlijke vraag:
Wat is de minst erge, meest optimale verdeling van onrecht?
Welke keuze leidt tot het minste totale leed? Wie draagt de last van onze principes, en zijn wij bereid om die kosten eerlijk te erkennen?

Door dit frame te omarmen, ontstaat er ruimte voor een volwassen gesprek dat verder komt dan morele superioriteit en werkelijk oog heeft voor alle gevolgen van onze keuzes.


Je redenering is correct. Het is inderdaad een fundamenteel economisch en moreel vraagstuk over de optimale allocatie van schaarse middelen (geld, politie-inzet, maatschappelijk draagvlak) en de afruil (trade-off) tussen verschillende vormen van “onrecht” of “kosten”.

Laten we deze afweging systematisch bekijken.

1. De Kosten van Beide Strategieën

Je vergelijking met de politie die at random controleert versus gericht op BMW’s met getint glas is perfect. Laten we de kosten en baten van beide benaderingen naast elkaar zetten:

Strategie A: Gericht Beleid (bv. avondklok bepaalde groep)

  • Kosten/Baten:
    • Voordeel (Hoge efficiëntie): Relatief lage kosten voor een hoog verwacht resultaat. Je richt je op de groep met het hoogste marginale risico. Je voorkomt waarschijnlijk meer misdrijven per geïnvesteerde euro.
    • Kosten (Ethiek & Maatschappij):
      • Collectieve Straf: Het onrecht voor de goedwillende asielzoeker die zijn vrijheid wordt ontnomen. Dit is een schending van het individuele-proefprincipe (mensen behandelen als individu, niet als lid van een groep).
      • Stigmatisering: Het versterken van negatieve stereotypes, wat integratie belemmert en juist tot meer maatschappelijke spanningen en uitsluiting kan leiden.
      • Maatschappelijke Kosten: Het ondermijnen van het principe van gelijke behandeling voor de wet.

Strategie B: Algemeen Beleid (bv. random controles, algemene voorlichting)

  • Kosten/Baten:
    • Voordeel (Ethiek): Geen collectieve straf of stigmatisering van een specifieke groep. Het respecteert individuele rechten.
    • Kosten (Efficiëntie):
      • Extreem Hoge Kosten: Om hetzelfde veiligheidsniveau te bereiken als bij gericht beleid, zijn er veel meer politieagenten, meer uren surveillance, duurdere campagnes, etc. nodig. Dit is het “random controleren van iedereen”.
      • Opportuniteitskosten: Het belastinggeld dat hier naartoe gaat, kan inderdaad niet meer worden besteed aan armoedebestrijding, onderwijs, zorg, of aan betere opvang en begeleiding van asielzoekers (wat op zichzelf weer een preventieve werking kan hebben). Dit is het “andere onrecht” dat je benoemt.

2. De Afweging: Wat is de “Prijs van Ethiek”?

Je stelt de hamvraag: “wat is een optimale mate van ‘onrecht’ op dit moment om ander onrecht op andere plekken goed af te wegen?”

Dit is geen vraag met één juist antwoord; het is een normatieve en politieke keuze. Een utilitarist (die streeft naar het grootste goed voor het grootste aantal) zou kunnen zeggen: “Het onrecht voor de kleine, goedwillende groep weegt op tegen het grote maatschappelijke veiligheidsvoordeel voor de hele samenleving en de besparing van middelen.”

Een voorstander van mensenrechten zou zeggen: “Het beginsel van individuele vrijheid en gelijke behandeling is een absoluut fundament van onze rechtsstaat. Dat fundament ondermijnen voor een beetje efficiëntiewinst is een te hoge prijs, omdat het de samenleving op de lange termijn fundamenteel verandert.”

3. De Derde Weg: Slimmer en Ethisch Verantwoord Beleid

De scherpste critici, zoals mogelijk Halsema, zouden stellen dat de tegenstelling tussen “gericht onrecht” en “dure algemene maatregelen” vals is. Er is een derde optie: slim, evidence-based beleid dat wél gericht is, maar niet op uiterlijke kenmerken zoals herkomst.

  • Risicoprofielen op basis van gedrag, niet afkomst: Politie kan zich richten op gedrag (rondhangen op bepaalde tijden, specificke vormen van overlast) in plaats van op huidskleur of nationaliteit. Dit is juridisch beter houdbaar en ethisch meer verdedigbaar.
  • Investeren in onderliggende oorzaken: Het geld dat bespaard wordt door niet een enorm avondklok- en detentieregime op te zetten, kan worden geïnvesteerd in:
    • Betere screening en begeleiding van asielzoekers direct na aankomst.
    • Mentale gezondheidszorg voor trauma.
    • Snellere procedures, zodat mensen niet jaren in onzekerheid verkeren (een factor voor frustratie).
    • Inburgering en taalonderwijs.
  • Dit beleid is ook ‘gericht’, maar op een andere, positievere manier. Het richt zich op de onderliggende factoren die het risico verhogen, in plaats van alleen de symptomen te bestraffen.

Conclusie: Een Afweging van Waarden

Je hebt volkomen gelijk: er is altijd een afweging, en ethiek heeft een prijs. De vraag is niet of we afwegingen maken, maar welke waarden we het zwaarst laten wegen.

  1. Kiezen voor maximale efficiëntie (gericht beleid) heeft als prijs: inbreuk op individuele rechten, stigmatisering, en mogelijk meer maatschappelijke spanningen op de lange termijn.
  2. Kiezen voor maximale gelijke behandeling (algemeen beleid) heeft als prijs: zeer hoge financiële kosten en opportunity costs (minder geld voor andere doelen).
  3. De “derde weg” probeert zowel efficiënt als ethisch te zijn door slimmer te kijken naar risicofactoren en te investeren in preventie. Deze weg is vaak complexer, vergt meer creativiteit en levert niet onmiddellijk politieke soundbites op.

Uiteindelijk is de vraag: “Wat voor samenleving willen we zijn?” Een samenleving die veiligheid zo efficiënt mogelijk nastreeft, zelfs als dat ten koste gaat van individuele rechten van minderheden? Of een samenleving die principieel kiest voor gelijke behandeling, zelfs als dat duurder is? Of een samenleving die slim genoeg is om een weg te vinden die beide verenigt?

Het debat tussen Jaspers en Halsema is in de kern geen statistisch debat, maar een debat over deze fundamentele waardenkeuze.


De Morele Afweging Twee Kanten Op

1. De Ethische Claim van de Goedwillende Asielzoeker (tegen gericht beleid):

  • Recht: Op individuele behandeling, niet beoordeeld worden op groepskenmerken.
  • Schade bij schending: Stigmatisering, verlies van vrijheid, gevoel van onrechtvaardigheid.

2. De Ethische Claim van de Potentiële Slachtoffers en de Samenleving (vóór gericht beleid):

  • Recht: Op veiligheid, op bescherming door de staat.
  • Schade bij schending: Lichamelijk en psychisch leed, verlies van gevoel van veiligheid in de openbare ruimte.

3. De Ethische Claim van de Kansarme Nederlander (die jij benoemt):

  • Recht: Op een eerlijk deel van de collectieve middelen (belastinggeld) voor armoedebestrijding, onderwijs en zorg.
  • Schade bij schending: Blijvende armoede, uitzichtloosheid, slechtere gezondheid, kansenongelijkheid.

Het Dilemma van de Beleidsmaker

De keuze voor het duurdere, algemene beleid (zoals random controles) is niet “moreel gratis”. Het komt inderdaad met een opportuniteitskost:

  • Het geld en de mankracht die worden gestoken in het niet-gerichte veiligheidsbeleid, kunnen niet meer worden uitgegeven aan de ethische claim van de kansarme Nederlander.
  • Elke euro die wordt uitgegeven aan een inefficiënt veiligheidsbeleid is in feite een euro die wordt onthouden aan jeugdzorg, schuldhulpverlening, of bijles voor kinderen uit arme gezinnen.

In deze visie is het niet kiezen voor gericht beleid niet per definitie moreler. Het is een keuze voor de zichtbare ethiek (het voorkomen van collectieve stigmatisering) ten koste van de onzichtbare ethiek (het investeren in kansarmoede).

Conclusie: De Onvermijdelijke en Pijnlijke Prioritering

Je hebt gelijk. De vraag is niet of we morele afwegingen maken, maar welke morele claims we prioriteren wanneer ze met elkaar in conflict komen.

  • Voorstander van gericht beleid prioriteert de claims op veiligheid en efficiënt gebruik van belastinggeld (ten gunste van andere sociale doelen). De morele kosten zijn: inbreuk op het individuele-proefprincipe voor een specifieke groep.
  • Voorstander van algemeen beleid prioriteert het principe van gelijke behandeling en het voorkomen van stigmatisering. De morele kosten zijn: hogere financiële lasten en het (indirect) negeren van andere, even legitieme ethische claims, zoals die van de kansarme Nederlander.

Jouw punt is daarom essentieel: Het debat moet niet gaan over wie “moreel” versus wie “hardvochtig” is. Het moet gaan over de erkenning dat alle keuzes morele kosten met zich meebrengen, en over de vraag welke morele kosten een samenleving bereid is te accepteren, en welke niet.

Het is een pijnlijke, maar eerlijke vaststelling: er bestaat geen beleid dat alle ethische claims volledig honorert. Beleid is altijd het maken van een keuze over welk onrecht je het minst erg vindt.


Samenvatting:

In een opiniestuk in De Dagelijkse Standaard (DDS) van 30 augustus 2025 bekritiseert auteur Arnout Jaspers de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema en wat hij de “wegkijkelite” noemt voor hun “feitenvrije beleid” in reactie op de moord op Lisa, vermoedelijk gepleegd door een Afrikaanse asielzoeker.

De kern van zijn kritiek richt zich op Halsema’s reactie op statistieken over criminaliteit onder migranten. Jaspers haalt aan dat uit cijfers (verwezen naar Jan van de Beek’s boek Migratiemagneet Nederland) blijkt dat mannelijke immigranten uit landen als Somalië en Afghanistan, gecorrigeerd voor leeftijd, tien tot twintig keer vaker zedendelicten plegen dan autochtone mannen. Burgemeester Halsema bestempelde deze relatieve cijfers (risico per individu) echter als “gegoochel met cijfers” en stelde daar absolute cijfers (het totale aantal) tegenover, waaruit blijkt dat autochtone mannen in totaal meer zedendelicten plegen.

Jaspers betoogt dat dit een misleidende vergelijking is, omdat het aantal autochtone mannen in Nederland veel groter is. Hij vergelijkt het met alcoholcontroles in het verkeer: hoewel de meeste ongelukken door nuchtere bestuurders worden veroorzaakt, richt het beleid zich op de kleine groep dronken bestuurders omdat hun relatieve risico veel hoger is.

Volgens Jaspers leidt het negeren van dit risicoverschil tot ineffectief beleid. Hij stelt dat het identificeren van hoogrisicogroepen essentieel is voor gerichte en effectieve inzet van middelen, bijvoorbeeld voor preventieve cursussen of veiligheidsmaatregelen. In plaats daarvan ziet hij een “woke deugdenken” dat ervoor kiest alle mannen collectief verantwoordelijk te houden, wat volgens hem niet leidt tot minder misdrijven.

Als concreet voorstel beveelt Jaspers een avondklok aan voor mannelijke asielzoekers van hoogrisicolandennadat ze na negen uur ’s avonds op hun azc moeten zijn. Overtredingen zouden moeten leiden tot sancties en uiteindelijk tot detentie en uitzetting. Hij concludeert dat een dergelijk feitengestuurd beleid mogelijk is als de politieke wil er is, maar wordt tegengehouden door een elite die liever wegkijkt.


Bronvermelding:
Auteur: Arnout Jaspers (onder het pseudoniem WW Jaspers)
Titel: “Voor Femke Halsema en de wegkijkelite is feitenvrij beleid het beste beleid”
Medium: De Dagelijkse Standaard (DDS)
Datum van publicatie: 30 augustus 2025

Previous Post Next Post
@media print { /* Verberg alle ongewenste onderdelen */ header, .site-header, nav, .main-navigation, .sidebar, .site-sidebar, aside, footer, .site-footer, .widget-area, .breadcrumbs, .post-meta, .related-posts, .comments-area, .print-hide { display: none !important; height: 0 !important; margin: 0 !important; padding: 0 !important; overflow: hidden !important; } /* Verberg ook bepaalde vaste*