207 Ethiek heeft (minstens) 2 gezichten

Het is een worsteling voor mij. Eerder schreef ik over mijn irritaties rond een ingezonden stuk in de krant waarin iemand naar mijn idee mensen die protesteren tegen een Azc in de wijk wegzet als onbeschaafden. Toen ik dat voor mezelf ging uitwerken, was mijn conclusie dat de briefschrijver op die manier hetzelfde doet als wat hij de ‘schreeuwers’ verwijt: namelijk een hele categorie niet serieus nemen met als gevolg verdere polarisatie. Verder merk ik dat ik me irriteer aan een wat vrijblijvende superieure moraliteit die ik meen te bespeuren. Daarom had ik een ‘voorstel’ en ‘oplossing’ (een beschaaf-tax) waarin ik er een prijskaartje aanhang en ‘gedupeerden’ compenseer. Nu lees ik weer een verhaal van Rik Torfs (ex-politicus uit België, erudiet man, vaak met wat scherpere meningen, en ik heb met veel plezier een roman van hem gelezen’Het grote gelijk’ en besproken in onze boekenclub). Ook hier gaat het over ethiek, de strekking is net wat anders, maar ik zie ook wel overeenkomsten. Torfs is tegen ethiek (dat is de titel van zijn stukje), nou zover wil ik niet gaan, maar ik ben dus ook niet zonder meer ‘voor’. Dus ik vraag mezelf nogmaals af wat het toch is wat ik heb of niet heb rond dat thema ethiek of moraal. Het heeft met macht(-misbruik) te maken, met iets toe-eigenen dat voor de ander niet is weggelegd en kan daarbij in de weg staan van wat je juist zou willen: gelijkwaardigheid.

PS dat boek van Torfs ga ik er nog eens bijhalen, wat sprak me daar toen zo in aan?


Je aarzeling rond ethiek lijkt niet te gaan over het bestaan van waarden of moreel kompas (die je zelf ook belangrijk vindt), maar over hoe “ethiek” in de praktijk wordt ingezet. Ik zie drie lagen in jouw overpeinzing:

1. Ethiek als façade

  • In theorie is ethiek een manier om rechtvaardigheid en menselijkheid te bevorderen.
  • In de praktijk wordt het vaak een masker: politici, kerkleiders of opiniemakers gebruiken morele taal om hun eigen positie te legitimeren en tegenstanders te diskwalificeren.
  • Dat schuurt bij jou, omdat het gesprek dan niet meer gaat over de inhoud of gelijkwaardigheid, maar over wie zichzelf het recht toe-eigent om “goed” te zijn.

2. Ethiek als machtsinstrument

  • Je herkent bij Torfs, maar ook in je eigen analyses (asielblogs, economie), dat moraal vaak een stok wordt om te slaan.
  • De ander wordt weggezet als immoreel, barbaars, of wereldvreemd. Het ethische kader sluit zo het gesprek, in plaats van het open te maken.
  • Dat botst met jouw systemische manier van kijken, die juist verschillen wil blootleggen en patronen wil begrijpen zonder direct te moraliseren.

3. Ethiek versus systeemlogica

  • In de economie zie je hoe ethiek slechts meetelt als kostenpost. In de samenleving zie je hoe ethiek wordt verheven tot onaantastbare consensus.
  • In beide gevallen verlies je de ruimte voor kritische reflectie: hetzij omdat ethiek ondergeschikt wordt gemaakt, hetzij omdat ze wordt absoluut verklaard.
  • Jouw weerstand zit dus niet tegen ethiek als zodanig, maar tegen het verlies van nuance en gelijkwaardigheid zodra ethiek in handen komt van systemen of machthebbers.

👉 Je overpeinzing is dus dat “ethiek” twee gezichten heeft:

  • Ideaal: een uitnodiging tot reflectie, menselijkheid, en het zoeken naar evenwicht.
  • Realiteit: een façade of stok die dialoog uitsluit en machtsstructuren bevestigt.

Samenvatting: Rik Torfs over de valkuil van ethiek

Rik Torfs opent zijn stuk met een provocerende stelling: “Ik ben tegen ethiek.” Daarmee bedoelt hij niet dat morele vragen onbelangrijk zijn, maar dat ethiek vaak misbruikt wordt als machtsmiddel.

Als kerkjurist zag Torfs hoe de kerk in de jaren ’80 vrijheid van meningsuiting in theorie toestond, maar moreel veroordeelde zodra hij zich uitsprak over bijvoorbeeld de wijding van vrouwen. Juridisch mocht het misschien, maar moreel was het “onverantwoord”. Zo bleek moraal een laatste toevlucht van machthebbers die hun gelijk willen afdwingen.

Ook in zijn schooltijd herkende hij dat mechanisme: leraren die leerlingen opdroegen wakker te liggen van oorlog en onrecht. Voor Torfs toont dit aan dat moraal vaak geen uitnodiging is tot kritisch denken, maar een instrument dat geen tegenspraak duldt.

Vandaag ziet hij eenzelfde dynamiek in maatschappelijke debatten. Waar tijdens corona nog de wetenschap de toon zette, is nu de moraal dominant. Bij klimaat en internationale conflicten, zoals Gaza, geldt nuance al snel als “morele ongevoeligheid” of zelfs “morele corruptie”. Volgens Torfs maakt dit een eerlijk gesprek onmogelijk.

Hij pleit daarom niet voor moreel cynisme, maar voor een open dialoog over menselijke onvolmaaktheid: onze wreedheid én onze goede kanten. Ethiek zou daarbij richtinggevend moeten zijn voor het eigen geweten, niet een stok om andersdenkenden te slaan.

“Helaas, vandaag is ethiek een stok geworden. Een stok in handen van wie het recht bezit om goed te zijn.” – Rik Torfs

Bron: Rik Torfs, “Ik ben tegen ethiek”, Doorbraak.be, 16 augustus 2025.

Previous Post Next Post
@media print { /* Verberg alle ongewenste onderdelen */ header, .site-header, nav, .main-navigation, .sidebar, .site-sidebar, aside, footer, .site-footer, .widget-area, .breadcrumbs, .post-meta, .related-posts, .comments-area, .print-hide { display: none !important; height: 0 !important; margin: 0 !important; padding: 0 !important; overflow: hidden !important; } /* Verberg ook bepaalde vaste*