
187 Iedereen een eigen huis! Dat verklaart de huidige ellende op de woningmarkt
Vandaag (of gisteren) een goede analyse van waarom we in een crisis op de woningmarkt zitten. Het is allemaal begonnen vanaf de jaren 70/80: het eigenwoning-bezit werd van overheidswege gestimuleerd en aantrekkelijk gemaakt. Merk op dat de driver achter deze beweging was het bezuinigen op het overheidsbudget voor huisvesting en dat het paste in een bijna wereldwijde trend van privatisering en een terugtrekkende overheid (Thatcher, Reagan, Lubbers, afschudden ideologische veren etc etc). Het artikel laat zien dat van het een het ander is gekomen en we in een perverse dynamiek van polarisatie terecht zijn gekomen. Hieronder de samenvatting van het verhaal en de analyse in tabelvorm. Dat is voor deze blog voldoende materiaal.
Ik wil een aantal zaken verkennen nav dit artikel:
- Mijn eerste vraag is eigenlijk: dit is toch geen rocket-science, dat was destijds ook al bekend en inzichtelijk, stimuleren van eigenwoning-bezit heeft een prijsopdrijvend effect. Dus hoe zit dat dan: waarom toch voor die richting gekozen?
- Eerder zei ik (meerdere malen) dat de grondprijs de crux is voor de huidige crisis. Komt dat dan te vervallen en is dit een alternatieve of betere verklaring voor de crisis? Antwoord: de grondprijs blijft key en het stimuleren van het eigenwoning-bezit heeft de situatie verergert of aangezwengeld.
- Ik laat daarom een tabel zien wat er nu aan de hand zou zijn als we vanaf de jaren 50 de fictieve situatie zouden hebben gehad waarin grond in publieke handen zou zijn en de revenuen zouden zijn aangewend voor bijvoorbeeld innovatie (in bouwtechnieken, gebruik van materialen etc).
- Dan zou de situatie minder erg zijn geweest dan nu, maar nog steeds zou sprake zijn geweest van hoge(re) huizenprijzen en een afbraak van de huursector.
- De situatie wordt pas glad getrokken als koop en huur economisch gelijkwaardige keuzes zijn geworden, dat betekent geen fiscale bevoordeling van huur of koop, dat is het meest simpel te realiseren door geen aftrek van hypotheekrente te hebben.
- Dan wordt de eindvraag: maar waarom zou ik dan nog kopen als het geen drol uitmaakt. Huren geeft me zelfs meer flexibiliteit en minder risico.
Woonbeleid en gevolgen van eigenwoningbezit
Ontwikkeling / beleid | Direct effect | Gevolg op lange termijn |
---|---|---|
Stimuleren eigenwoningbezit (jaren ’80) – hypotheekgarantie, subsidies, nieuwe hypotheekvormen | Meer mensen kopen een huis; aandeel koopwoningen stijgt van 40% → 60% | Huizenprijzen verdrievoudigen (van 4× modaal inkomen → 11× in 2023) |
Afbouw sociale huursector – verzelfstandiging corporaties, inkomensgrenzen, verhuurderheffing | Minder sociale huur, hogere drempels voor toegang | Wachttijden tot 10 jaar; betaalbare alternatieven verdwijnen |
Ongelijkheid tussen groepen – ouderen met koopwoningen vs. jongeren zonder kapitaal | Ouderen hebben lage lasten, jongeren betalen hoge huren of wachten | Intergenerationele ongelijkheid, afhankelijkheid van ‘jubelton’ en ouderlijk vermogen |
Ideologie van woningbezit – eigen huis = zelfstandig en moreel beter | Stigmatisering huurders; kopen als statussymbool | Verlies van draagvlak voor collectieve voorzieningen; huiseigenaren stemmen rechtser |
Politieke steun voor kopen (links én rechts) – behoud hypotheekrenteaftrek, starterssteun | Behoud of uitbreiding van voordelen voor huiseigenaren | Structurele prijsstijgingen; ongelijkheid neemt toe; beleid versterkt zichzelf |
Bouwen als oplossing – marktgestuurde bouw vs. corporaties | Bouwproductie blijft achter (nu ±70.000 per jaar i.p.v. 150.000 in de jaren ’70) | Extra huizen verlagen prijzen nauwelijks (80.000 extra → slechts 1-2% daling) |
📌 Conclusie: het structureel bevoordelen van eigenwoningbezit heeft geleid tot hoge prijzen, afbraak van de huursector, groeiende ongelijkheid en politieke verankering van het systeem. Alleen forse investeringen in betaalbare huur en doorbreking van gevestigde belangen kunnen de trend keren (Van Bockxmeer, 2025).
Samenvatting
In haar analyse stelt Josta van Bockxmeer (De Correspondent, 18 augustus 2025) dat het bevorderen van eigenwoningbezit al veertig jaar aan de basis ligt van de huidige wooncrisis en bredere maatschappelijke problemen.
- Stimulering eigen woningbezit
- Sinds de jaren tachtig stimuleerde de overheid kopen via hypotheekgarantie, subsidies en nieuwe hypotheekvormen.
- Het aandeel koopwoningen steeg van 40% naar bijna 60%, terwijl huizenprijzen verdrievoudigden. Een gemiddeld huis kost nu elf keer een modaal inkomen, tegenover vier keer in de jaren ’80.
- Terugval huurmarkt
- Het aandeel sociale huur daalde van 40% naar minder dan 30%.
- Woningcorporaties werden verzelfstandigd, kregen minder subsidies en moesten na de verhuurderheffing (2013–2022, 14 miljard euro) sterk bezuinigen. Wachttijden voor sociale huur liepen daardoor op tot tien jaar.
- Toenemende ongelijkheid
- Ouderen en huishoudens met vermogen profiteren van lage lasten en waardestijging.
- Jongeren en mensen zonder kapitaal vallen buiten de boot, tenzij ouders financieel bijspringen. Dit versterkt intergenerationele ongelijkheid.
- Ideologie van woningbezit
- Eigenwoningbezit wordt niet alleen financieel, maar ook moreel gewaardeerd als teken van zelfstandigheid.
- Huurders worden vaak gestigmatiseerd, terwijl de hypotheekrenteaftrek de staat jaarlijks 11 miljard kost tegenover 6 miljard voor huurtoeslag.
- Onderzoek toont dat huiseigenaren vaker rechtser stemmen en minder steun hebben voor collectieve voorzieningen.
- Politieke dynamiek
- Politieke partijen, inclusief linkse, zijn steeds meer voorstander geworden van eigenwoningbezit.
- Hypotheekrenteaftrek blijft grotendeels in stand; het kabinet-Schoof verhoogde deze zelfs voor hogere inkomens.
- Nieuwe plannen (bijv. VVD, SP) blijven starterssteun en aftrek promoten, wat uiteindelijk opnieuw tot prijsstijgingen leidt.
- Bouwen helpt maar beperkt
- Extra bouwproductie drukt prijzen nauwelijks: 80.000 extra woningen zorgen slechts voor 1 à 2% daling.
- In de jaren ’70 werden 150.000 woningen per jaar gebouwd, nu de helft. Corporaties bouwden destijds anticyclisch; tegenwoordig remt de marktwerking de bouw zodra prijzen dalen.
Conclusie: De wooncrisis is niet louter een kwestie van woningtekort, maar het gevolg van een beleidskeuze om eigenwoningbezit structureel te bevoordelen. Oplossingen vragen om forse investeringen in betaalbare huur en het doorbreken van gevestigde belangen, wat politiek lef vereist.
Bronvermelding (APA 7)
Van Bockxmeer, J. (2025, 18 augustus). Waarom eigenwoningbezit aan de basis ligt van de wooncrisis – en andere grote problemen. De Correspondent. https://decorrespondent.nl