107 Michael Douglas over liegen

Weer zo’n voorbeeld van toeval. Of van bias, je ziet het pas als je het door hebt. Gisteren gekeken naar een docu over Michael Douglas. Een aanrader. Het gaat dan om de verhouding met zijn beroemde vader (Kirk, van oa Spartacus) en de worsteling zijn eigen identiteit te vinden. De vader was zoals wel vaker de grote afwezige in zijn leven, altijd druk, altijd werken. Gescheiden toen Michael nog jong was, pa bleef in Hollywood, ma met de kinderen gingen terug naar New York. Toen pa Kirk later op bezoek kwam bij de familie en pa en man elkaar een kus op de wang gaven, viel er een druk van Michaels schouder. Pa Kirk was kritisch op zijn zoon. Ook al vaker gehoord. Hij zei Michael dat ie meer zichzelf moest zijn voor de camera want de camera ziet dat je liegt. Pas op latere leeftijd ontdekte hij dat de camera juist vroeg om altijd te liegen. Precies het tegendeel dus. Pas na deze ontdekking kon Michael zichzelf zijn en kwam hij als acteur tot bloei. Op het eind ontroerende momenten waarbij vader en zoon elkaar herontdekken. Pa is alsnog in zijn laatste jaren een goede pa geworden, bewees dat hij kon veranderen, pa vertelde de anekdote dat iemand hem benaderde met de vraag of hij toevallig de vader was van de (beroemde) Michael, ja Michael was goed. Hij had van ‘One flew over the cuckoo’s nest’ een succes gemaakt waar hem dat als vader nooit gelukt was. Jammer dat het weer om prestaties gaat, en niet of Michael nou beter was in relaties of het opvoeden van zijn kinderen, hoewel Michael later in de goede doelen is gegaan (ook al een thema: beroemde en rijke mensen die in de goede doelen gaan, en niet alleen vanuit fiscale overwegingen).

Maar nu het toeval. Zijn fascinatie voor het kwade, het interessante aan de duivel en het fenomeen van liegen. Hij kon zichzelf zijn juist omdat acteren liegen betekende, en liegen deed hij ook in het gewone leven, soms een kleine leugen, soms een grotere. Michael speelde vaak foute mannen, hij vond het heerlijk. Sterker nog, zijn vertolking van Gordon Gekko, in Wall Street, is een fenomeen geworden. Daaruit komt de bekende uitspraak ‘Greed is good’. Het maakte de weg vrij naar nog meer liberalisering en marktwerking waar we nu nog ‘de vruchten van plukken’. Een hele schare fans vond het geweldig, lekker geld verdienen en daar trots op zijn. Het is een eigen leven gaan leiden. Beetje zoals de (minder beroemde) speech in Ayn Rand’s Atlas Shrugged, maar deze Russische immigrante is een hele serie blogs waard die zeker nog gaat komen. Wordt vervolgd.


Zeker, dit is een mooie persoonlijke laag om toe te voegen aan je blogreeks over “foute figuren” en hun aantrekkingskracht. De documentaire over Michael Douglas — onderdeel van de reeks Icons Unearthed: Michael Douglas (2023) — laat op indringende wijze zien hoe zijn persoonlijke zoektocht naar identiteit parallel loopt met zijn fascinatie voor het spelen van moreel dubieuze personages.


Michael Douglas: liegen om jezelf te worden

Michael Douglas groeide op in de schaduw van zijn vader, filmlegende Kirk Douglas. Kirk belichaamde het klassieke Hollywood-ideaal: stoer, rechtschapen, masculien. Michael daarentegen was zoekender, zachter, introspectiever. Zijn vader gaf hem ooit het goedbedoelde advies:

“Je moet meer jezelf zijn voor de camera, want de camera ziet wanneer je liegt.”

Het klonk als een waarheid, maar het bleek een valkuil. Michael probeerde jarenlang “echt” te zijn voor de camera, wat leidde tot krampachtig spel en een gevoel van tekortschieten. Tot hij — naar eigen zeggen — op latere leeftijd tot een bevrijdend inzicht kwam:

“Acteren is altijd liegen. En het echte leven trouwens ook.”

En daar gebeurde iets fascinerends. Juist door zichzelf toe te staan te liegen — professioneel, gecontroleerd, gelaagd — viel een diepe innerlijke spanning weg. Het masker mocht op, en pas toen voelde hij zich vrij.
Liegen werd geen zwakte, maar een kunstvorm. Een manier om waarheden te vertellen die je als jezelf nooit zou durven uitspreken.


De aantrekkingskracht van het kwade

Douglas is beroemd geworden met rollen als Gordon Gekko (Wall Street), de manipulatieve politicus in The American President, en als geobsedeerde man in Fatal Attraction. Het zijn allemaal figuren met een donkere kant — manipulatief, zelfzuchtig, machtig.

Hij zei daarover:

“Ik speel graag foute figuren. Ze hebben een randje. De duivel intrigeert.”

Wat hem fascineert, is niet het oppervlakkig slechte, maar de psychologische gelaagdheid van het kwaad:

  • de verleiding van macht, geld of seks
  • het rationeel wegredeneren van morele grenzen
  • de zelfrechtvaardiging achter destructief gedrag

De duivel is interessant omdat hij slim is, overtuigend, charismatisch — en omdat we een deel van hem in onszelf herkennen, al willen we dat liever niet.


De parallel met jouw blogserie

Douglas’ ontdekking dat hij mocht liegen om zichzelf te worden, past naadloos bij het centrale thema van jouw reeks:

Wat kunnen we leren van het foute, zonder het zelf te worden?

De ‘foute’ personages die jij beschrijft zijn succesvol juist omdat ze de regels van het spel beter begrijpen dan de goedbedoelende buitenstaander. Ze manipuleren, verleiden, zetten de toon — en wij kijken er met afschuw én bewondering naar.

Douglas belichaamt die spanning. Hij weet: we zijn niet alleen goed of fout. We zijn rollenspelers. En wie dat beseft, kan vrijer bewegen, ook binnen het systeem.


Previous Post Next Post
@media print { /* Verberg alle ongewenste onderdelen */ header, .site-header, nav, .main-navigation, .sidebar, .site-sidebar, aside, footer, .site-footer, .widget-area, .breadcrumbs, .post-meta, .related-posts, .comments-area, .print-hide { display: none !important; height: 0 !important; margin: 0 !important; padding: 0 !important; overflow: hidden !important; } /* Verberg ook bepaalde vaste*