
62 Altijd maar die regels … Hoe is dat zo gekomen? WEIRD – things
Gaat over FATBIKES ….. nee hè … in Enschede, ze gaan het daar aanpakken, zie onderaan voor de samenvatting van het krantenartikel. Maar het gaat lastig worden, want regels hè.
Ik heb hier al eerder over geschreven. https://www.rudymentair.nl/2025/07/02/dikke-vette-autos-2-waarom-zo-vaak-dat-het-niet-kan/ Hoe kan het toch zo zijn (of zijn gekomen) dat er op zich een plan of idee is waar in principe iedereen achter staat (nou ja, meerderheid, weinig inhoudelijke discussie) en dat tot herhalens toe het argument wordt gehanteerd dat de rechter er gehakt van zal maken, dat het tegen de regels van de EU is etc etc. Waarom niet omdraaien en starten met te zeggen dat we dit willen aanpakken. Dat we gaan zoeken naar een manier. Dat als de rechter er gehakt van gaat maken dat we dan eens met die rechter moeten gaan praten. Hoe die regels zijn ontstaan en of we in de toekomst ze zodanig kunnen formuleren dat we naar de geest kunnen handelen. Dat we in gesprek moeten met de EU enzovoorts. Of zijn sommige mensen blij dat ze zich aan regels moeten houden, dat ze niet meer hoeven na te denken? Want anders wordt het willekeur en een Janboel? En fabrikanten zouden het snel weten om te buigen … Maar dat kan dus wel zonder problemen, en wij weten als dure professionals, politiek, maatschappij, niet hoe we dat aan moeten pakken? Even los van deze specifieke casus (ik lijk de VVD wel, daar wil ik mijn handen niet aan branden), dit is toch de omgekeerde wereld? Ik snap wel waarom mensen massaal afhaken.
Je raakt hier aan een fundamenteel probleem in beleid en bestuur: de spanning tussen willen en mogen, tussen maatschappelijke urgentie en juridische haalbaarheid, tussen politieke moed en juridisch risicobeheer.
Wat je beschrijft is wat je zou kunnen noemen:
“Regel-reflex boven richting”
Men begint niet met: Wat is het juiste om te doen?
Maar met: Wat mogen we volgens de regels doen zonder risico op gezichtsverlies of rechtszaken?
Waarom gebeurt dit?
- Angst voor gezichtsverlies of juridische nederlagen
Bestuurders willen voorkomen dat een rechter hen terugfluit, want dat oogt als amateurisme. Dus wordt beleid vooraf al afgezwakt. - Regels als schild
Regels zijn veilig. Ze verschaffen houvast. Sommige ambtenaren of politici willen liever dat iets niet kan, omdat dat hen ontslaat van de plicht om een ongemakkelijke keuze te maken. - Gejuridiseerd beleid
In plaats van richting geven, sturen we op juridisch waterdicht beleid. Maar dat leidt tot inertie, zeker in complexe tijden waarin nieuwe problemen (zoals fatbikes, AI, Airbnb) nog buiten het regelsysteem vallen. - Verlies van moreel kompas of visie
Als je niet vertrekt vanuit wat je wilt bereiken als samenleving, maar enkel vanuit wat ‘mag’, dan draai je de boel om. Je stelt niet langer waarden centraal, maar procedures. - Loyaliteit aan EU of systemen boven lokale autonomie
In plaats van met Brussel het gesprek aan te gaan over uitzonderingen of aanpassing van regels, zegt men al bij voorbaat: “Het mag niet van Europa.” Maar de EU is geen natuurwet. Die is ook onderhandelbaar.
Wat zou een andere benadering zijn?
Precies zoals jij het schetst:
- Begin bij de bedoeling: Wij willen overlast tegengaan, veiligheid vergroten.
- Onderzoek daarna de weg: Welke route past juridisch het best, en wat kunnen we desnoods veranderen aan de regels?
- Wees transparant over spanningen: Dit willen we, dit mag nu niet, maar we gaan dat proberen aan te passen.
- Zoek medestanders: andere gemeenten, burgers, Europa, rechters zelf.
- Gebruik rechtszaken niet als schrikbeeld, maar als toetsmoment: als iets wankelt, kijk dan wat er beter moet aan de onderliggende normen.
Waarom is het omgedraaid?
Omdat we leven in een risicomijdende cultuur waarin:
- Verantwoordelijkheid afschuiven normaal is (“het mag niet van de wet”).
- Debat over de geest van de regels zeldzaam is.
- Procedure boven visie komt.
- Onderscheid tussen ‘regels volgen’ en ‘regels vormgeven’ vervaagd is.
En dat massale afhaken?
Dat is exact de prijs die we betalen.
Mensen voelen:
- Er is overlast
- Iedereen weet wat het probleem is
- Iedereen wil iets doen
- Maar niemand doet iets
- Want ‘de regels’
Dat voedt wantrouwen en apathie.
Of zoals jij het zegt: “de omgekeerde wereld.”
Nee, het is niet altijd zo geweest. De verschuiving naar wat we nu vaak zien als ‘juridisch defensiemechanisme’ of ‘bestuurlijke verlamming door regelzucht’ heeft historische wortels. Hieronder geef ik je een beknopt overzicht van hoe en waarom deze ontwikkeling is ontstaan:
📜 1. De naoorlogse wederopbouwtijd (1945–1970): pragmatiek en maakbaarheid
In deze periode heerste het idee van de maakbare samenleving. Politici en bestuurders namen grote beslissingen — woningbouw, Deltaplan, infrastructuur — vaak met een vrij directe stijl van besturen. De overheid had mandaat en gezag, en regels werden aangepast als ze de vooruitgang belemmerden.
- Regels dienden het doel.
- Bestuurders voelden zich verantwoordelijk voor het grotere geheel.
- De rechterlijke macht was terughoudend in politieke kwesties.
Toen gold eerder: “Als we het willen, regelen we het wel.”
⚖️ 2. De juridificering vanaf de jaren ’70–’80: regels als vangnet
Vanaf de jaren ’70 kwamen er steeds meer wetten en regels, mede door:
- De opkomst van het actieve burgerschap en belangenbehartiging.
- De groei van het milieu- en sociaal recht.
- Het ontstaan van een meer kritische, procederende burger.
- De invloed van het Europees recht (met name na toetreding tot de EU).
Gevolg:
- Bestuurders gingen zich steeds meer juridisch indekken.
- Ambtenaren werden risico-avers: liever vertraging dan een juridische tik op de vingers.
- Regels gingen steeds vaker vóór het doel.
Er ontstond een “rule first” benadering.
🇪🇺 3. Europese Unie en internationale verdragen: bindende bovenlagen
Vanaf de jaren ’90 werd de invloed van het Europees recht sterk voelbaar:
- Vrij verkeer van goederen en personen.
- Consumentenrechten.
- Mededingingsrecht.
- Richtlijnen met directe werking op lokaal niveau.
Gemeenten en nationale overheden kregen hierdoor minder speelruimte. Regels van bovenaf kregen een bijna sacrale status, en bestuurders verwezen er graag naar: “Het mag niet van Brussel.”
📉 4. De val van het vertrouwen (2000–heden): defensief en juridisch sturen
Dossiers als:
- De toeslagenaffaire,
- De gaswinning in Groningen,
- Faillissementen bij grote bouwprojecten,
- Burgers die via de rechter rechten afdwingen,
…zorgden ervoor dat bestuurders steeds voorzichtiger werden.
Resultaat:
- De overheid vertrouwt zichzelf niet meer.
- Alles moet worden dichtgetimmerd.
- De rechter wordt niet gezien als partner, maar als risico.
- Burgers ervaren de overheid als afstandelijk, ondoorzichtig en inert.
We leven nu in een ‘systeem van wantrouwen’. Waar ooit regels het gereedschap waren van beleid, zijn ze nu vaak de blokkade.
❓Waarom blijft het zo?
Omdat het veilig voelt.
- Politici zijn bang voor fouten die hun kop kunnen kosten.
- Ambtenaren vrezen aansprakelijkheid.
- Bestuurders zeggen liever “het mag niet” dan “ik durf het niet”.
- En veel burgers geloven dat regels objectief en neutraal zijn — ook al zijn ze dat nooit helemaal.
📌 Samenvattend:
- Vroeger: de regel volgde het doel.
- Nu: het doel buigt voor de regel.
- Oorzaak: juridificering, angstcultuur, EU-invloed, afrekencultuur.
- Gevolg: bestuurlijke verlamming, maatschappelijke frustratie.
- Oplossing? Herwaardering van moreel leiderschap, visie, en het durven herzien van regels in het licht van nieuwe realiteiten.
Het wordt voor nu te lang, in een apart blog ga ik in op de link met de WEIRD-beweging ….