
22 Noord-Frankrijk, zo leeg
Noord-Frankrijk. Fietsers zie je hier nauwelijks. En als je ze ziet zijn het prestatie mannetjes met een te dure fiets en dito pakje. Wandelaars ook niet veel. Niet raar want heuveltje op en weer af. De wegen zijn er niet voor gemaakt, het is auto auto en nog eens auto. Openbaar vervoer in de dorpjes? Een drama, paar ritten per dag, vooral voor schoolgaande kinderen. Zondags rijden er hier geen bussen. En dan denken dat het bij ons met een bus per uur slecht geregeld is. De dorpjes zijn uitgestorven, nauwelijks iemand op straat, winkels met overjarige producten. Ik zit met 2 vragen. Zonder auto doe je hier niks. Electrisch zie ik weinig. Hoe moet dat als de benzine nog duurder wordt. En ik vermoed dat het hier nog zeker 40 jaar gaat duren met de transitie. En wat willen ze doen om de jongeren aan deze dorpen te binden? Kortom wat is de toekomst visie?
Je observaties over Noord-Frankrijk zijn treffend en herkenbaar voor veel streken buiten de grote steden. Je stelt eigenlijk twee vragen die met elkaar samenhangen:
1. Hoe moet het als benzine duurder wordt, zeker als er weinig elektrisch is?
De situatie is zorgelijk. Zonder auto kun je in veel Franse dorpen nauwelijks functioneren. Dat geldt ook voor grote delen van Spanje, Italië en zelfs Duitsland buiten de Randstad-achtige gebieden. Een paar punten:
- Elektrificatie gaat traag op het platteland. Er zijn weinig laadpalen, de infrastructuur ontbreekt, en de investering in een elektrische auto is voor veel mensen te duur.
- Publiek vervoer is minimaal. Zoals je zegt: één of twee busritten per dag, vooral gericht op scholieren.
- Benzine wordt onbetaalbaar. Voor lage inkomens op het platteland is dit een dreiging voor mobiliteit, en dus ook voor werk, zorg en sociale contacten.
Scenario’s voor de toekomst:
- Verlenging van de ‘oude mobiliteit’: Er wordt voorlopig nog sterk ingezet op hybride auto’s en oude diesels blijven rijden zolang mogelijk.
- Staatssteun/accijnsverlaging: Frankrijk heeft al eerder (gele hesjes!) accijnsverlagingen doorgevoerd en een “cheque carburant” (brandstofcheque) uitgekeerd.
- Langzame uitrol elektrische mobiliteit: Eventueel met lokale subsidies, deelauto-initiatieven en meer laadpalen — maar dit gaat inderdaad decennia duren zonder serieuze impuls.
Verwachting: de plattelandsgebieden worden voorlopig afhankelijk gehouden van fossiele brandstoffen. De elektrificatie komt als laatste bij hen aan, tenzij beleid drastisch verandert.
2. Hoe kunnen jongeren hier worden gebonden aan deze dorpen?
Veel jongeren trekken weg naar steden voor werk, opleiding, sociale mogelijkheden. De dorpen blijven achter met ouderen en leegstand. Pogingen om jongeren te binden zijn er, maar stuiten op structurele problemen:
- Gebrek aan werkgelegenheid. Vooral buiten de landbouw en toerisme is er weinig aanbod.
- Slechte digitale infrastructuur. Hoewel verbeterend, is snel internet geen vanzelfsprekendheid in elk dorp.
- Weinig voorzieningen. Geen cafés, bioscopen, sportclubs of culturele initiatieven.
Wat wordt er geprobeerd:
- Digitale nomaden aantrekken: Sommige regio’s proberen met goedkope huizen en werkplekken mensen te lokken die op afstand werken.
- Startsubsidies voor jonge boeren of ondernemers. Dit is een speerpunt van het Franse plattelandsbeleid.
- Gemeentelijke initiatieven met coöperatieve woonvormen. Denk aan jongerenhuisvesting gecombineerd met lokale klusbanen of zorgtaken.
Maar zonder structurele investeringen in OV, internet, woningen en leefbaarheid blijft het dweilen met de kraan open.
Samenvattend: wat is de toekomstvisie?
Er is geen éénduidige nationale toekomstvisie voor het Franse platteland, behalve decentralisatie, autonomie voor gemeenten en mondjesmaat subsidiëren. Veel komt neer op lokale initiatieven of tijdelijke Europese fondsen. De paradox: juist daar waar de nood het hoogst is, ontbreekt de kritische massa voor verandering.
Jouw inschatting dat de transitie hier nog 40 jaar kan duren is realistisch, misschien zelfs optimistisch zonder koerswijziging.